Header Image - TEACHER LAB

Gebruikerstips Wooclap

NIEUW: “Gebruikerstip 4: Samenwerken aan een event” is achteraf nog toegevoegd. Het is een nieuwe verbeterde functie als aanvulling op het reeds bestaande “event delen” dat werd toegelicht in tip 3.

Eerder publiceerden we deze blogpost waarin we jullie aan de hand van enkele concrete tutorials lieten kennismaken met Wooclap. Wooclap is een online stemtool om jouw lessen of events interactiever te maken. Bekijk zeker deze eerdere blogpost eerst indien je Wooclap nog niet zou kennen.

Hieronder volgen drie concrete gebruikerstips om je Wooclap-ervaring nog verder te verbeteren.

1: Antwoorden met afbeeldingen

Soms kan het nuttiger/efficiënter zijn om studenten te laten antwoorden met een afbeelding. Denk maar aan een foto die ze nemen van hun schets, wiskundige bewerking, brainstorm… Of het kan een leuke afwisseling zijn om de studenten op een andere manier te laten antwoorden. Bvb. geef een voorbeeld van een stereotype, geef een voorbeeld van een participatiedrempel…

Via de vraagtypes ‘open vraag’ en ‘woordwolk’ kan je via de instellingen van de vraag beelden toelaten.

De studenten krijgen vervolgens de optie om niet enkel een antwoord te typen, maar ook om een foto te verzenden door op het fototoestelletje te klikken. Wanneer ze dit op een pc doen, openen hun bestanden. Ze dienen dus eerst de foto in hun bestanden te hebben opgeslagen. Wanneer ze dit op hun smartphone doen, kunnen ze er ook voor kiezen om rechtstreeks een foto te maken. Afhankelijk van het doel van je vraag, is aan te raden om studenten met hun smartphone te laten werken.

2: Vergelijk de resultaten in real time

Vergelijken binnen één event

Soms is het interessant om een zelfde vraag die je aan het begin van je les stelde te herhalen aan het einde van je les en de resultaten met elkaar te vergelijken. Dit kan met volgende vraagtypes: Multiple choice, open vraag/woordenwolk met correct antwoord, vind een nummer en beoordeling.

Hiervoor doorloop je volgende stappen:

1: Dupliceer de vraag die je wilt vergelijken. Op deze manier zijn de vragen gekoppeld aan elkaar.

2: Als je in presentatiemodus bij de tweede vraag (gedupliceerde vraag) aankomt zal er een extra knop verschijnen: “vergelijking”. Klik hier op om de vergelijking met de vorige vraag te maken.

Vergelijken tussen twee events

Misschien vind je het wel interessant om twee events in real time met elkaar te vergelijken. Bijvoorbeeld twee verschillende klasgroepen of de resultaten van de studenten van dit jaar te vergelijken met deze van vorig jaar. Het extra competitie-elementje dat je zo toevoegt, kan voor extra betrokkenheid bij je studenten zorgen.

(noot: Weet dat je competitie binnen een event ook eenvoudig kan toevoegen, door de wedstrijdmodus in te schakelen (zie tutorial 1 in vorige blogpost))

1: Klik op de drie bolletjes naast een event en klik op ‘vergelijken’. Je event wordt vervolgens gedupliceerd en gekoppeld aan het origineel.

2: Wanneer je de resultaten in real time toont in het gedupliceerde event zal je de extra knop ‘vergelijking’ zien. Door hierop te klikken, vergelijk je de resultaten van beide sessies.

3: Een event delen met een collega

Wil je een event delen met een collega, dan ga je naar de ‘eventinstellingen’.

Zet vervolgens de schakelaar aan bij “Deel dit evenement…”. De code die je moet delen met je collega staat daar afgebeeld.

Je collega kan vervolgens je event importeren door in zijn eigen Wooclap te klikken op ‘importeer evenement’. Hij of zij geeft de code in die je eerder gaf.

Enkele aandachtspunten hierbij zijn:

1: De code is dezelfde als de deelnamecode. Studenten zouden hier eventueel misbruik van kunnen maken door zelf aanpassingen door te voeren in jouw event. Om dit vermijden, schakel je best de optie “Deel dit evenement…” enkel in op het moment dat je collega het importeert. Nadien schakel je de optie weer uit.

2: Spreek goed af met je collega wat hij of zij met jouw event mag doen. Mag hij/zij resultaten resetten, resultaten laten aanvullen met de resultaten van zijn/haar studenten? Of is het de bedoeling dat hij jouw event dupliceert en verder gaat in zijn eigen event? Heb je schrik om je resultaten te verliezen, dan kan het een goed idee zijn om zelf enkel een duplicaat van je event te delen en niet het origineel.

4: Samenwerken aan een event

= NIEUWE FUNCTIE sinds oktober 2021!

Bovenstaande tip om een event te delen met een collega was eerder omslachtig en hield enkele risico’s in. Ondertussen is er een nieuwe functie bijgekomen waarmee je eenvoudig met een collega kan werken aan éénzelfde event.

Je gaat eveneens naar de instellingen van je event en klikt op meer instellingen. Er is nu een nieuw veld bijgekomen, met name “Medewerker”. Door te klikken op “Medewerker toevoegen” en vervolgens het mailadres in te vullen, kun je voortaan eenvoudig samenwerken aan hetzelfde event.

Heb je zelf een interessante gebruikerstip die je wenst te delen?

Neem contact op met elke.ruys@howest.be

Bronnen

  • Eigen ervaringen met Wooclap.
  • Uitwisseling van Wooclap-ervaringen met Dieter Cortvriendt (Arteveldehogeschool Gent) en Jan Velghe (UGent).

Andere relevante blogposts

Wooclap, een veelzijdige online stemtool voor live sessies

Online brainstorm met Miro

Ook wanneer we online lesgeven willen we de interactie met onze studenten optimaal laten verlopen. Een goede brainstorm met de studenten lijkt online echter moeilijk te organiseren. LIJKT, want mits het gebruik van een goede tool is ook dit goed haalbaar. Ook voor online overleggen met collega’s kan dit zeer nuttig zijn. In deze blogpost laten we je kennismaken met Miro.

Waarom Miro?

Miro is een online whiteboard voor samenwerking. Uiteraard is het niet de enige tool in zijn soort. Andere zeer gekende tools zijn bijvoorbeeld Mural, Microsoft Whiteboard en Padlet. Deze blogpost wil geen uitgebreide vergelijking maken tussen deze vier tools. We focussen meteen op Miro om volgende redenen: (1) de tool heeft veel mogelijkheden om diverse soorten brainstorms te organiseren, (2) de tool is volledig gratis voor onderwijsinstellingen en (3) de tool is het meest gekend bij de auteur van deze blogpost ;).

Wil je toch graag meer weten over het verschil met andere brainstorm boards? Dan zetten volgende linken jou zeker op weg:

Wat kan je doen met Miro?

Zelf heb ik de tool leren kennen via de Howest Strategiedag van februari 2021. Miro werd er ingezet om in kleine groepen ideeën samen te brengen, te selecteren en te komen tot gemeenschappelijke conclusies. De tool heeft heel wat mogelijkheden. Je kan werken met online post-its, mindmaps, mensen laten stemmen op ideeën, SWOT-analyses… Je krijgt een oneindig canvas dat je zelf en met anderen vorm kan geven. Je hoeft hierbij niet van 0 te beginnen, maar kan gebruik maken van één van de vele kant en klare sjablonen (de templates). Miro kan je ook integreren binnen je Teams-omgeving.

Voorbeeld van een Miro mindmap:

10 gratis whiteboard-tools voor online vergaderen & brainstormen -  Frankwatching
Bekkema, S. (2020). [Miro mindmap]. https://www.frankwatching.com/archive/2020/04/01/whiteboard-tools-gratis-online-brainstorm/

Hoe werkt het?

Eén nadeel wel: door de vele mogelijkheden is het ook iets minder intuïtief in gebruik. Vooraleer hiermee aan de slag te gaan, bekijk je best enkele tutorials en experimenteer je er zelf even mee. Hierdoor zal je minstens het basisgebruik van Miro snel onder de knie hebben. De tutorial “Getting started with Miro” zet je op weg.

Nog een kleine extra tip: Vind je het storend om steeds de bewegende cursors van de andere deelnemers te zien? Dit schakel je eenvoudig uit door te klikken op het pijltje links van je initialen in de rechter bovenhoek.

Hoe een gratis account aanmaken?

Om gratis van alle opties van deze tool gebruik te kunnen maken dien je je te registreren voor een education account. Dit kan via deze link.

Bronnen

Andere relevante blogposts

Maak een mindmap.

3, 2, 1, Differentiëren!

1) Differentiëren, hoe begin ik er nu eigenlijk aan?

Voor je start met differentiëren, breng je best de competenties van de studentengroep waaraan je lesgeeft, ofwel de beginsituatie, in kaart.

Ten eerste zijn de onderwijskenmerken een cruciaal onderdeel van de beginsituatie.

Denk hierbij aan jouw eigen persoonlijkheid als lesgever: welk type lesgever ben je of wil je zijn? Wat zijn/waren jouw eigen leervoorkeuren? Met welke motivatie sta je voor de klas en wat zijn de hogere doelen die je wenst te bereiken met jouw studenten?

Onderwijskenmerken gaan ook breder: welke lokalen en didactisch materiaal heb je ter beschikking, welk leerklimaat en welke visie heerst er binnen de opleiding en de onderwijsinstelling waarin je werkt?

Neem even de tijd om deze vragen voor jezelf te beantwoorden.

Daarnaast breng je, vooraleer je gaat differentiëren, best de kenmerken van de studentengroep waaraan je lesgeeft, ofwel de beginsituatie, in kaart. Dit doe je niet enkel bij de start van jouw OLOD, maar best bij het begin van elke les.

Volgens Struyven et al. (2015) zijn er vier studentenkenmerken die relevant zijn binnen de leercontext van studenten: (1) competenties, (2) interesses, (3) leervoorkeuren en leertempo en (4) achtergrondkenmerken. Voor meer informatie, zie de tabel hieronder. Inzicht in deze aspecten geeft jou een indicatie waar je moet beginnen, en kan studenten inzicht geven waar ze zich bevinden en waar ze naartoe moeten.

Competenties Interesses
Cognitieve: vaardigheden om intelligentie optimaal te benutten (info opslaan, verwerken, verbinden, problemen oplossen)

Metacognitieve
: kennis over het eigen leren

Sociaal-affectieve: de motivatie, het omgaan met anderen, omgaan met gevoelens

(Psycho-)motorische
: fysieke vaardigheden, zowel grove als fijne motoriek
Interesses, passies, huidige trends die leven bij de studentengroep waaraan je lesgeeft.
Leervoorkeuren en leertempo Achtergrondkenmerken
De manier waarop studenten graag en/of goed leren (’s ochtends of ’s avonds, alleen of samen, op papier of digitaal, al doende of al luisterend, visuele schema’s of samenvattingen in woorden, van detail > overzicht of van overzicht > detail, enz.)

Leertempo: snelheid waarmee wordt geleerd
Grootste kracht = variatie in didactische aanpak.
Waar je d.m.v. onderwijs niets of weinig kunt aan veranderen (bv. afkomst, cultuur, thuistaal, socio-economische achtergrond).

Let wel: wanneer je als lector differentieert, speel je niet altijd in op één bepaalde categorie van studentenkenmerken, maar dikwijls op verschillende differentiatievragen tegelijk.

Maar niet enkel de individuele beginsituatie van een student maar ook de samenstelling van de klasgroep is hierbij belangrijk. Je moet weten hoe groot de verschillen tussen de studenten zijn om je didactiek daarop af te stemmen. Ga ook na welk affectief klimaat er heerst in de studentengroep: een positief leefklimaat bevordert het leren.

Wat is differentiatie?

Onze studentenpopulatie kent een grote diversiteit: studenten verschillen van elkaar in interesses, talenten, voorkennis, culturele achtergrond, denkvaardigheden, zelfredzaamheid, sociale omgang, affectieve vaardigheden, enz. Dat maakt het leerproces uniek voor elke student, maar maakt het voor jou als lector soms een pittige uitdaging om les te geven.

Volgens het model van Struyven et al. (2019) onderscheiden we volgende soorten differentiatie:

  • Externe differentiatie: differentiatie op het niveau van de onderwijsinstelling en/of opleiding(en). Hierbij komt extra onderwijskundige en praktische organisatie bij kijken (bv. aangepaste roostering, aangepaste begeleiding en evaluatie, begeleidingsdocumenten, etc.). Dergelijke vormen van differentiatie worden dus best ruim op voorhand voorbereid, in samenspraak met de opleidingsdirecteur en de dienst onderwijs. Bv. een honoursprogramma waarbij een project in samenwerking met het werkveld een of meerdere OLODs vervangt (bv. honoursprogramma in Hangar K met de opleidingen Devine, IPO en DAE).
  • Interne differentiatie: differentiatie op lesniveau door als lector proactief in te spelen op verschillen tussen studenten.
    • Inhoud: in de doelstellingen;
    • Proces: binnen de aspecten van een krachtige leeromgeving: de leerinhouden, didactische werkvormen, media/onderwijsleermiddelen, groeperingsvormen en/of opvoedingsrelatie;
    • Product: op vlak van evaluatie.

Binnen deze drie aspecten kun je gaan differentiëren op vlak van niveau (verschillen in cognitieve vaardigheden: bv. intelligentie, metacognitieve vaardigheden, leervoorkeuren), tempo (verschillen in de snelheid van verwerving en/of verwerking van leerstof) en interesses.

Interne differentiatie is dus gerelateerd aan elk onderdeel van het didactisch model van De Corte (Standaert, 2012): de beginsituatie, doelstellingen, onderwijsleeromgeving (didactische werkvormen, opvoedingsrelatie, leerinhouden, media) en evaluatie.

Hoe presenteer je online?

Je studenten moeten binnenkort een online presentatie geven van hun bachelorproef of andere opdracht? Je bent zelf nog zoekend naar een goede manier om je lessen online te geven of je project voor te stellen aan externen? Dan is de gids “Hoe presenteer je online?” van The Floor is Yours zeker een aanrader!

De gids is zowel beschikbaar in het Nederlands als in het Engels en biedt concrete tips rond uiteenlopende topics. Ze staan geordend in volgende thema’s:

  • Drie gouden regels voor elke online presentatie
  • De inhoud van je presentatie
  • Hoe maak je het boeiend?
  • Ga in interactie met je publiek
  • Je lichaam en stem
  • Slides: wat moet anders?
  • Welke video conferencing tool gebruik je best?
  • De techniek: webcam en geluid
  • Hoe bereid ik me best voor?

Liever een filmpje? Dan zijn de webinars interessant voor je.

Online presentaties – Deel 2 (6 mei 2020)

Online presentaties – Deel 1 (22 april 2020)

Andere relevante blogtips?

Leer je studenten stapsgewijs presenteren.

Live les geven op afstand.

Bron

Online presenteren: zo doe je het. (n.d.). The floor is yours. https://thefloorisyours.be/online/

Online lesgeven: samenvattende tips

Op dinsdag 21/04/2020 volgden we een webinar van EADTU. Eén van de sprekers Christian Dalsgaard van Aarhus University Denenmarken, gaf hierin een interessant overzicht aan concrete en op korte termijn haalbare tips voor online lesgeven.

Sommige tips zullen jullie herkennen en/of reeds toepassen. Andere geven mogelijks extra inspiratie. Alleszins vormen de tips een handig overzicht om eens ter hand te nemen. Hieronder de samenvatting.

Quick tips on online teaching

Vermijd om je gebruikelijke lessen onaangepast te geven via online lessen (of webinars). M.a.w. als je gewoonlijk een les geeft van 2u waarin je vooral zelf aan het woord bent, vervang dit dan niet door een 2u durende webinar.

Bij het geven van de tips wordt een onderscheid gemaakt tussen synchrone en asynchrone leeractiviteiten. Bij synchroon leren is er directe interactie tussen studenten en docent (bvb. webinar, chat). Bij asynchrone leren ontbreekt deze directe interactie. Je dient langer te wachten op een antwoord en het leren gebeurt meer op eigen tempo (bvb. opdracht, discussiegroep). Beiden zijn belangrijk en dienen evenwichtig op elkaar afgestemd te worden.

Tips synchrone leeractiviteiten :

  1. Kies voor korte gestructureerde sessies: beter meerdere korte dan één lange.
  2. Gebruik quizzes, polls of andere vormen om interactie te creëren.
  3. Splits de groep op in kleinere subgroepen (aparte sessies of break-out rooms in één sessie)
  4. Duid groepsvertegenwoordigers aan, die het antwoord van de groep delen met de docent.
  5. Gebruik synchrone lessen vooral voor dialoog/discussie, feedback/begeleiding, studentenpresentaties of Q&A-sessies. En minder voor lessen met veel nieuwe kennisoverdracht.

Tips asynchrone leeractiviteiten:

  1. Betrek studenten door hun schrijf-, presentatie-, …opdrachten te geven.
  2. Geef hierbij ook groepsopdrachten zodat studenten in interactie moeten gaan met elkaar.
  3. Plan tijd in voor (tussentijdse) feedback en/of peer-feedback op de opdrachten.
  4. Zet een discussiegroep open waarin studenten aan elkaar en de docent vragen kunnen stellen. In een synchrone sessie kan je hierop verder bouwen.

Voorbeelden van lesopbouw:

Ter inspiratie volgen hieronder nog enkele voorbeeldstructuren voor het organiseren van je leeractiviteiten. Algemene tip is om telkens voldoende tijd te voorzien voor zowel de studenten om het nodige te verwerken en in te dienen, als voor je zelf (of studenten) om feedback te geven. Uiteraard helpt ook het kanteelmodel om na te denken over je lesopbouw.

Voorbeeld 1: Opdracht met discussie via webinar.

Voorbeeld 2: Studentenopdrachten gevolgd door online discussiegroep.

Voorbeeld 3: Opdracht en webinar met studentenpresentaties

Voorbeeld 4: Opdracht met tussentijdse feedback (essentieel voor opdrachten die meetellen voor de eindscore)

Wil je zelf de webinar van EADTU bekijken? Dat kan via deze link.