Header Image - TEACHER LAB

Vragen van externe tool integreren in Wooclap

by elke.ruys@howest.be

Aan Howest staat het je vrij om met andere tools dan Wooclap te werken om interactie in je les te creëren. Denk hierbij aan bvb. Kahoot, Mentimeter, Slido… Weet echter wel dat de gratis versies vaak heel wat beperkingen hebben. Om die reden is het gebruik van Wooclap sterk aangeraden. Voor deze tool bieden we ook ondersteuning.

Maar wat als je nu eerder reeds met een andere tool werkte en nu de overstap wil maken naar Wooclap?

Dat kan!

Je kan namelijk je vragen importeren in Wooclap.

Hoe ga je aan de slag?

Om dit realiseren heb je een excelbestand nodig met al je vragen. Dit kan vaak rechtstreeks uit de externe tool gehaald worden, soms wel mits een klein trucje. Hoe dit in zijn werk gaat, wordt toegelicht in deze tutorial.

Heb je hierrond nog vragen?

Contacteer elke.ruys@howest.be

Andere relevante blogtips

Wooclap, een veelzijdige online stemtool voor live sessies

Wooclap integreren in Leho

by elke.ruys@howest.be

Via Wooclap kan je diverse vragen creëren om zo meer interactie uit te lokken, zelftests op te maken… Je leest er meer over in deze blogtip. Het is ook mogelijk om je vragen te integreren in Leho.

Hiervoor zijn er 2 mogelijke werkwijzen:

  • Via opdrachten en inzending via een externe tool
  • Via een pagina waarin je rechtstreeks vragen embed

Hoe ga je aan de slag?

Bekijk deze tutorial om meer te weten te komen over beide werkwijzen.

Wanneer kies je welke werkwijze?

De werkwijze opdrachten is het meest geschikt wanneer je een formele opdracht of test wil die meetelt voor het eindresultaat.

Let op, jaarlijks dien je de vragenlijst opnieuw te importeren. Deze wordt niet automatisch meegekopieerd bij het kopiëren van je Leho-cursus.

De werkwijze embedden is het meest geschikt bij korte zelftests, waarbij het niet belangrijk is dat de punten worden weergegeven in het cijferboek.

Deze vragenlijst worden wel meegekopieerd bij het kopiëren van je Leho-cursus. De resultaten van je studenten kan je als lector uiteraard wel raadplegen via de rapporten van Wooclap.

Heb je hierrond nog vragen?

Contacteer elke.ruys@howest.be

Andere relevante blogtips

Wooclap, een veelzijdige online stemtool voor live sessies

Op weg naar genderinclusief onderwijs

Genderdiversiteit leeft harder dan ooit. Ook binnen het hoger onderwijs kunnen we niet achterblijven op deze maatschappelijke tendens die heel wat in beweging lijkt te zetten. Een stijgende aandacht voor genderdiversiteit en -inclusiviteit is dan ook een meer dan wenselijk gegeven. De tijden van de enge binaire opdeling, gebaseerd op de biologische categorieën man-vrouw, zijn ondertussen lang verleden tijd. Maar wat is dat nu zo’n genderinclusieve school en hoe kunnen we hier aandachtig voor zijn?

In een genderinclusieve school kan iedereen openlijk en zonder beperkingen participeren aan alle aspecten van de schoolomgeving. Het biologische geslacht, geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit spelen hier met andere woorden geen beperkende of uitsluitende rol (Halimi et al., 2018). Het toont aan dat het om een urgente kwestie gaat waar grondig over moet worden nagedacht. Ook op het microniveau van de klaspraktijk kunnen wij als lectoren het verschil maken. Bij het vormgeven van en binnen de eigen lespraktijk, zijn er enkele zaken waar we specifiek op kunnen letten om ten volle in te zetten op dergelijke inclusiviteit.

(Gender)diversiteit in lesmateriaal

Een eerste daad die we kunnen ondernemen heeft te maken met het zichtbaar maken van diversiteit in les- en leermaterialen. Denk hierbij vooral aan de beeldvorming en voorbeelden die worden gebruikt in bijvoorbeeld PowerPoints en cursusteksten. Niet alleen in fotomateriaal, maar ook in tekstdocumenten wordt idealiter deze diversiteit nagestreefd. Het is iets wat de eigenwaarde van alle studenten en lectoren ten goede kan komen omwille van de herkenbaarheid van eigen identiteitskenmerken. Daarnaast heeft het de kracht om stereotype denkbeelden en traditionele rolverdelingen te doorbreken. Een man hoeft niet altijd geframed te worden als CEO, een vrouw niet altijd als verpleegkundige. Het spreekt voor zich dat dit de kwaliteit van het lesmateriaal verhoogt.

De organisatie çavaria (2011), die opkomt voor gender- en seksuele diversiteit, kwam enkele jaren terug met een checklist om genderdiversiteit te screenen in lesmateriaal. Het omvat in essentie een zeer gerichte reflectie om na te gaan hoe divers leer- en lesmaterialen nu wel echt zijn. Hiervoor wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de gendernorm en anderzijds de heteronorm:

Uiteraard is diversiteit in het algemeen een breder thema met een ruimere focus dan enkel gender. Gezien de specifieke focus op gender in dit artikel gaan we er hier niet veel verder op in, al zouden we deze denkoefening zeker kunnen doortrekken. Hoe zit het bijvoorbeeld met de representatie van …

  • … verschillende huidskleuren?
  • … mensen met een beperking?
  • … verschillende sociaal-economische achtergronden?
  • … mensen van diverse leeftijden?
  • … verschillende talen en/of religies?

Genderinclusief schrijven & taalgebruik

Ook kleine aanpassingen aan ons taalgebruik en onze schrijfstijl kunnen lucratief zijn in functie van een genderinclusieve omgeving. In een tijd waar voornaamwoorden steeds meer van belang worden en het onmogelijk is om gender in vakjes te denken, hoe spring je daar dan met de nodige voorzichtigheid mee om?

Heel wat mensen en organisaties deden reeds een deel van het denkwerk voor ons. De federale overheid kwam zo in 2013 met een brochure voor de dag met als hoofdfocus een genderbewuste communicatie (FOD Kanselarij van de Eerste Minister, 2013). Heel wat tips & tricks worden er laagdrempelig meegegeven. Wablieft, gespecialiseerd in het geven van tekstadvies, lanceerde dan weer zes schrijftips om in te zetten op een genderinclusief taalgebruik op school (Janssens, 2021). Hieronder vatten we ze even voor u samen, telkens met een illustrerend voorbeeld.  

  1. Spreek de lezer aan

Als je een tekst of communicatie in dialoogvorm schrijft, voelt de lezer zich aangesproken en kan je afstappen van jij/zij/hij/die. Zo kan je kiezen voor de neutralere vormen je of u.

Voorbeeld: De student die meer werk doet voor haar/zijn bachelorproef, krijgt betere punten.

Werk je meer voor je bachelorproef? Dan krijg je betere punten.

  1. Kies een genderinclusieve aanhef

Spreek studenten en collega’s aan door je te richten tot hun rol. Vermijd aansprekingen die duiden op geslacht/gender. Weet je niet met welk gender een persoon zich identificeert, speel je best op veilig en kies je voor een neutrale aanspreking of wanneer passend de naam.

Voorbeeld: Dag dames en heren (1), beste mevrouw (2)

Dag iedereen (1), beste aanwezige (2), beste Jo (2)

  1. Gebruik ‘die’

Vaak kan je de voornaamwoorden hij/zij/hun vervangen door die.

Voorbeeld: Uit onderzoek naar online lezen, blijkt dat de lezer wegkljkt als hij/zij na een paar seconden niets relevants vindt.

Uit onderzoek naar online lezen, blijkt dat de lezer wegklikt als die na een paar seconden niets relevants vindt.

  1. Vervang bezittelijke voornaamwoorden door lidwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden zijn vaak overbodig. In dat geval kan je beter voor een lidwoord kiezen.

Voorbeeld: De student maakt zijn/haar examen.

De student maakt het examen.

  1. Ga voor meervoud

Doordat we in het Nederlands geen geslacht moeten kiezen bij meervouden, kunnen we hier gretig gebruik van maken.

Voorbeeld: Een lector moet haar/zijn lessen voorbereiden.

Lectoren moeten hun lessen voorbereiden.

  1. Simpelweg weglaten

In heel wat zinnen kan je het persoonlijk voornaamwoord weglaten.

Voorbeeld: De student krijgt een korte beschrijving die hem/haar uitnodigt om verder over het onderwerp na te denken.

De lezer krijgt een korte beschrijving die uitnodigt om verder over het onderwerp na te denken.

Uiteraard zijn de bovenstaande tips van zowel de overheid als van Wablieft niet uitputtend. Ze kunnen wel een steun bieden bij het kwalitatief vormgeven van onze lespraktijken en de leermiddelen die we inzetten. Ze helpen ons een stap voorwaarts in de inclusieve richting.

Durf erover praten

Tot slot misschien wel het belangrijkste: vermijd de thematiek niet. Werk je bijvoorbeeld intens één op één samen met een student of in kleine groep? Dan is het best oké om naar iemands voornaamwoorden te vragen. Maak het bespreekbaar en wees aandachtig voor de vele misvatting die er leven over deze materie. Zelf goed geïnformeerd zijn is een begin, in de praktijk omzetten een vervolg. We hopen alvast dat deze post een aanzet mag zijn om even stil te staan bij de thematiek.

Wil je je graag verdiepen in deze materie of heb je nood aan wat meer duiding omtrent gender en genderinclusief onderwijs? Dan kan je steeds de leidraad voor een genderinclusieve leeromgeving van Halimi et al. (2018) raadplegen. Daar wordt alles glashelder uitgelegd, een must voor elke onderwijsverstrekker en beleidsmaker in onze superdiverse samenleving van de 21ste eeuw. Deze leidraad vind je hieronder.

Referenties

çavaria. (2011). Genderklik in leermiddelen: Checklist gender- en heteronorm. Klascement. https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/31080/genderklik-in-leermiddelen-checklist-gender-en-heteronorm/

FOD Kanselarij van de Eerste Minister. (2013). De genderchecklist: Een praktische gids voor gendermainstreaming in overheidscommunicatie. https://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/downloads/Genderchecklist.pdf

Halimi, M., Declerq, S. & Consuegra, E. (2018). Gender op school: leidraad voor een genderinclusieve leeromgeving. Politeia.

Janssens, K. (2021, 28 oktober). Duidelijk én genderinclusief schrijven: zes tips van Wablieft. Wablieft tekstadvies. https://www.duidelijketaal.be/post/duidelijk-%C3%A9n-genderinclusief-schrijven

Deze blogtip is een bijdrage van Tim Dierickx, student master pedagogische wetenschappen (Onderwijs- en Vormingswetenschappen) aan KU Leuven en stagiair op de dienst onderwijs.

Gesegmenteerde feedback over opdrachten heen via Leho

Nu we enkele weken ver zijn in het semester, kan het nuttig zijn om de studenten al wat feedback te geven. Als voorbeeld nemen we een flip-the-classroom module waar er wekelijks kleine, vrijblijvende quizzes zijn: de student neemt zelf de theorie en basiskennis door en kan zichzelf testen met de quizzes. De quizzes kunnen ze onbeperkt maken, de vragen worden willekeurig per onderwerp gekozen uit een grote vragenbank.

Na enkele weken geven we de studenten feedback, en we delen ze hiervoor in in 3 categorieën:

  • de groep die nog (bijna) geen quizes heeft opgelost: krijgt een bericht om zo vlug mogelijk in te halen.
  • de groep die lage scores heeft: wordt aangeraden om tijdens de lessen, die omgevormd zijn tot monitoraat – Q&A sessies – werkcolleges, meer vragen te stellen.
  • de groep met scores rond de helft: krijgt een bericht om toch nog een klein tandje bij te steken, of om ook tijdens de lessen niet te aarzelen.
  • de groep met hoge scores: krijgt een bericht dat ze heel goed bezig zijn (en bij uitbreiding om actief de medestudenten te helpen).

De ervaring leert dat een groot deel van de studenten deze berichten, die we doorgaans elke 3 weken sturen, wel weet te smaken en dat we er wel wat weten te (re)activeren met deze kleine berichtjes.

De praktische vragen hierbij voor een lector, over hoe dat aan te pakken, zijn:

  1. hoe stuur je een bericht per segment vanuit LEHO?
  2. hoe kun je over verschillende opdrachten heen berichten per segment sturen (vanuit LEHO)?

(De concrete inhoud van de berichten laten we aan de docent of lector zelf over)

Gesegmenteerde berichten per opdracht

In LEHO kun je per gegeven opdracht berichten sturen naar studenten gefilterd op specifieke categorieën:

  • Nog niet ingediend: studenten die de opdracht nog niet hebben ingediend (zelfs als ze handmatig een cijfer hebben gekregen).
  • Nog niet beoordeeld: studenten van wie de opdracht nog niet beoordeeld is (al dan niet ingeleverd).
  • Minder dan een bepaalde score: studenten die minder dan het opgegeven cijfer voor hun opdracht hebben behaald.
  • Meer dan een bepaalde score: studenten die meer dan het opgegeven cijfer voor hun opdracht hebben behaald.

Zie ook deze meer uitgebreide tutorial over data-gestuurde communicatie

Gesegmenteerde berichten over opdrachten heen

Als je wilt filteren op basis van de performantie over een aantal weken, en dus opdrachten, heen, dan is er geen standaard-oplossing in LEHO om dat te gaan doen. Echter, met de nodige handigheid kunnen we daaromheen werken en kunnen we berichten aan onze studenten over opdrachten heen segementeren:

  1. Exporteer de puntenlijst
  2. Importeer de puntenlijst in een spreadsheet (Excel, Google Sheets, …)
  3. Maak manueel een nieuwe opdracht aan (een nieuwe kolom)
  4. Maak in die kolom het gemiddelde (of andere logica) over de gewenste kolommen heen
  5. Sla het resultaat op als .csv
  6. Importeer terug in LEHO
  7. Op de nieuw aangemaakte kolom kun je nu wel filteren, gesegmenteerde feedback geven etc.

Andere relevante blogposts

Data-gestuurd coachen

Coach je studenten vanuit Leho via het cijferboek

Platform om studenten te leren programmeren

by Griet.Lust@howest.be

Wat is DODONA?

Dodona is een online oefenplatform om te leren programmeren. De webapplicatie werd ontwikkeld aan de Universiteit Gent om practica aan grote groepen studenten te ondersteunen. Dodona focust daarom in de eerste plaats op het automatisch testen en geven van feedback op ingediende oplossingen van programmeeroefeningen. Op dit moment ondersteunt Dodona de programmeertalen Python, JavaScript, Java, C#, bash, Prolog, Haskell en R.

Op Dodona kunnen lesgevers een eigen cursus aanmaken, opgebouwd uit verschillende oefeningenreeksen. Ze kunnen hiervoor beroep doen op bestaande cursussen en oefeningen, maar kunnen er ook voor kiezen om zelf aan de slag te gaan en eigen oefeningen en lesmateriaal op te stellen. Dankzij de ingebouwde learning analytics en datavisualisaties is het bovendien eenvoudig om de voortgang van studenten te meten.

Dodona wordt gratis aangeboden voor educatieve doeleinden.

Aanmelden op Dodona

Aanmelden op Dodona kan via je Office 365 account van Howest. Dodona krijgt vervolgens je naam, e-mailadres, en naam van je school doorgestuurd. Op basis hiervan maken ze automatisch een Dodona-account aan de eerste keer dat je aanmeldt. Je wachtwoord wordt op geen enkel moment naar hen doorgestuurd.

Een standaard Dodona-account kan zich vrij inschrijven voor cursussen en onbeperkt oefeningen indienen. 

Alle documentatie over Dodona (aanvragen van een account, oefeningen klaar zetten, studenteninformatie) vind je hier.

Toegang tot Dodona

Toegang tot het platform via deze link.

Digitale toegankelijkheid van een Word-document

Wat is het?

Digitale toegankelijkheid van leeromgeving en cursusmateriaal zorgt ervoor dat elke student, met of zonder beperkingen, optimaal kan participeren aan het academisch gebeuren en dus maximale leerkansen krijgt. Iedereen is immers gebaat bij overzichtelijke documenten, vlot navigeerbare websites, helder taalgebruik …

We focussen in deze blog op toegankelijke Word-documenten.

Waarom?

Door bij de opmaak van documenten met een aantal aandachtspunten rekening te houden, is er achteraf nauwelijks extra werk om deze bruikbaar en toegankelijk te maken voor iedereen.

Welke documenten?

Een Word-document is het meest toegankelijke formaat voor tekstbestanden.  Studenten kunnen de tekst gemakkelijk zelf bewerken (lettergrootte, lettertype, kleur …), vlot voorleessoftware gebruiken, de cursus omzetten naar braille …

Hoe doen?

De ingebouwde functies van Word correct toepassen zorgt voor een maximale toegankelijkheid en faciliteert nadien toegankelijke PDF-documenten (belangrijk bij gebruik van compenserende software).

Instellingen, structuur en lay-out

  • Gebruik opmaakstijlen. De groep ‘Stijlen’ vind je in het tabblad ‘Start’
  • Maak opsommingen via ‘Start – Alinea Opsommingstekens of Alinea Nummering of Lijst met meerdere niveaus’
  • Gebruik voor tekst in kolommen geen ‘Tabel’ maar gebruik een kolomopmaak via tabblad ‘Indeling – Pagina-instelling – Meer kolommen’
  • Stel de taal van het document in. Dit is belangrijk in functie van gebruik compenserende software. Bij gebruik van meerdere talen is het aangewezen de stukken die in een andere taal staan, te selecteren en hiervoor de juiste taal in te stellen. Dit doe je via het tabblad ‘Controleren – Taal – Controletaal instellen’.
  • Gebruik een schreefloos lettertype (Arial, Calibri of Verdana) met minimum lettergrootte 12 en regelafstand 1,5.
  • Gebruik beter vet dan cursief. Gebruik geen volledige woorden in hoofdletters en geen onderstreepte tekst.
  • Lijn de tekst links uit: dit verhoogt de leesbaarheid.
  • Zorg voor voldoende contrast tussen achtergrond en kleurcombinaties van de tekst.
  • Gebruik hyperlinks op de volgende manier: selecteer het kernwoord, de tekst of afbeelding waaraan je de link wil koppelen en plaats daar een hyperlink achter. Vermijd het gebruik van ‘klik hier’ met hyperlink.

Tabellen en afbeeldingen

  • Maak een tabel op via ‘Invoegen – Tabel invoegen’ (niet via tabtoetsen en spaties) en vermijd samengevoegde cellen in een tabel.
  • Zorg dat de tabelkop herhaald wordt indien tabellen over meerdere pagina’s lopen. Klik met rechtermuisknop op de tabel, ga naar ‘Tabeleigenschappen’, tabblad ‘Rij – Rij als veldnamenrij herhalen op iedere pagina’.
  • Zorg dat de informatie begrijpelijk is als de tabel rij per rij gelezen wordt.
  • Onderbreek de tekst niet, maar plaats de figuur of tabel onder of boven de tekst.
  • Voorzie elke figuur of tabel van een tekstbeschrijving of passende titel (belangrijk bij gebruik van compenserende software). Klik met de rechtermuisknop op de afbeelding om het dialoogvenster te openen. Klik dan op ‘Indeling en eigenschappen’. Hier kan je de ‘Alternatieve tekst’ ingeven. Bij gebruik van voorleessoftware worden de afbeeldingen dan toegankelijk voor mensen met een visuele beperking. Ook symbolen, vormen, SmartArt en tekeningen hebben een alternatieve tekst nodig in Word.

Bronnen:

AnySurfer bijdrage rond toegankelijke Word-documenten.

Leidraad universeel ontwerp SIHO

Relevante blogtip:

Lesmateriaal afstemmen op dyslectici én studenten met mogelijke taalachterstand.

Blended leren in de praktijk: hoe zo?

Blended leren wordt aan Howest omschreven als ‘de doordachte combinatie tussen enerzijds fysiek en anderzijds campusleren waarbij deze combinatie gericht is op het uitlokken van flexibel leren bij de student’ (Boelens et al., 2015).

Uit de studiedag van 2021 bleek dat docenten vooral zoekende zijn naar het maken van die doordachte combinatie (i.c., hoe mix je nu online en campusleren) en het uitlokken van leren online en op de campus. In deze blogpost gaan we in op een aantal praktische instrumenten die je hierbij kunnen helpen.

Doordacht fysiek en online leren combineren

Op basis van een deskresearch (februari – maart 21) op de dienst onderwijsontwikkeling, destilleren we 8 blend modellen of 8 manieren om online leren te mixen met fysiek leren. Deze 8 modellen zijn onderling verschillend in hun verhouding fysiek-online leren en de mate waarin ze flexibiliteit toelaten.

Een overzicht van de 8 modellen vind je hier.

Leren uitlokken

Blended leren is in essentie ook activerend leren, het leren wordt uitgelokt online en fysiek. Het uitlokken van leren vertalen we als het voorzien van interactiemogelijkheden met minstens de inhoud, de peers en/of de docent. Diverse werkvormen kan je hiervoor inzetten zowel online als fysiek.

De dienst onderwijsontwikkeling selecteerde en inventariseerde 120-tal werkvormen volgens het soort leren dat ze uitlokken en de mate waarin je ze kan toepassen online versus fysiek.

Een digitaal overzicht op de diverse werkvormen vind je via deze link (link naar Pinterest)

Flexibiliteit

Educatieve technologie laat flexibiliteit in leren toe terwijl het aan de docent ook mogelijkheden geeft om het leren op te volgen (wat op zijn beurt dan weer toelaat om een doordachte mix te maken en om leren uit te lokken).

Een overzicht van de diverse tools aan Howest samen met de onderliggende tutorials vind je in onderstaand toolwiel. Het toolwiel deelt de tools op volgens het type leren dat ze ondersteunen.

Ondersteuning nodig?

Wil je met bovenstaande instrumenten aan de slag voor jouw vak? Wil je stapsgewijs en hands-on het blend design van jouw vak uittekenen? Vraag dan meer informatie aan je onderwijsaanspreekpunt of via elke.ruys@howest.be of ilse.coopman@howest.be

Bouwstenen voor een effectief leerpad

Een leerpad is een vorm van online asynchroon leren waarbij kennis en informatie op een gestructureerde manier wordt afgewisseld met leeractiviteiten aan de hand waarvan een student zelfstandig (op eigen tempo, plaats en tijd) kan leren.

Een leerpad bestaat uit een bundeling van teksten, kennisclips, zelf-studieopdrachten, oefeningen die in een logisch opgebouwd pad worden uitgetekend zodat de student zelf zijn leren kan organiseren.

Een aantal voorbeelden van leerpaden (gemaakt met diverse technologieën) vind je hier:

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

Voorbeeld 3

Voorbeeld 4 & 5 (gemaakt in de leeromgeving)

Voorbeeld 6 een leerpad in een Leho-leerpad

Deze voorbeelden tonen hoe divers je een leerpad kan vormgeven. Maar wat maakt een pad nu ook effectief een leerpad?

Onderstaand leerpad licht de essentiële bouwstenen voor een effectief leerpad toe. Een meta-leerpad als het ware.

Meer informatie nodig? Interesse in een teamtraining? Contacteer dan je onderwijsaanspreekpunt of stuur een mailtje naar griet.lust@howest.be

Online examineren: hoe doe je dat?

Met de examens in zicht, willen we ons zelfevaluatie instrument ‘digitaal toetsen’ in de kijker zetten. Dit zelfevaluatie instrument zet alle aandachtspunten en noodzakelijke voorbereidingen op een rijtje.

De checklijst verwijst naar relevante bronnen en tutorials en is opgedeeld in de volgende onderdelen:

Voor de toets:

  • Toetsinstellingen voor summatief evalueren
  • Toetsconstructie: je toets vullen met vragen en automatische feedback.

Tijdens de toets: modereren van toetsresultaten

Na de toets:

  • Verbeteren
  • Post-toetsbeleid en feedback naar studenten

Het instrument vind je via deze link.

Online samenwerking (asynchroon) in Canvas

Wat is het?

Online samenwerken kan zowel synchroon als asynchroon. Wat is het verschil? Bij synchroon samenwerken zijn studenten (en de docent) op hetzelfde moment aanwezig. Hierdoor is er wel flexibiliteit in de plaats van leren, maar niet in het tempo of het moment. Bij asynchroon samenwerken zijn studenten (en de docent) niet noodzakelijk op hetzelfde moment aanwezig. Er is hierdoor flexibiliteit in zowel de plaats, het tempo én het moment van leren.

Wens je je jouw studenten in je opleidingsonderdeel te laten asynchroon samenwerken? Weet dan dat Canvas (Leho) hiervoor interessante mogelijkheden voorziet. Met name de functies Groepen en Samenwerkingen.

Via groepen geef je een plaats aan studenten om samen te werken aan een bepaald project. De studenten krijgen hun eigen groepsruimte met mogelijkheid om aankondigingen naar elkaar te zenden, pagina’s aan te maken, bestanden te delen, te chatten en live te vergaderen (ook voor synchroon samenwerken biedt het dus opties).

Is zo’n volledige groepsruimte niet nodig, maar wil je wel dat groepen studenten kunnen samenwerken aan een bestand (word, excel, powerpoint), dan gebruik je de functie Samenwerkingen.

Hoe doen?

Wil je hiermee aan de slag? Bekijk dan zeker onderstaande instructiefilmpjes

Hoe kunnen studenten online samenwerken in groepen?

Hoe maak je groepen?

Samenwerkingen opstarten

Meer weten?

Wil je dat je studenten bij die samenwerkingen ook elkaar online gaan evalueren. Dan hebben we hiervoor twee mogelijke toepassingen:

  • Peerreview: Waarbij studenten elkaars resultaat evalueren (productevaluatie)
  • WebPa: Waarbij studenten elkaars inbreng en de onderlinge samenwerking evalueren (procesevaluatie)

Bekijk zeker de bijhorende instructiefilmpjes indien je hierover meer wenst te weten. Deze staan gebundeld in deze map.

Vragen?

Bij vragen kan je terecht bij je key-user of bij Tim.Vanderhaeghen@howest.be