Header Image - TEACHER LAB

Aan de slag met eigen video’s in je les

by elke.ruys@howest.be

Er kunnen tal van redenen zijn om eigengemaakte video’s te gebruiken in je lessen. Denk maar aan korte kennisclips over moeilijke theoretische onderwerpen uit je les of instructiefilmpjes waarmee je je studenten wegwijs maakt in het gebruik van een software tool of de juiste handelingen aanleert om een wond te verzorgen. Ook integrale lesopnames kunnen een meerwaarde bieden, als extra studiemateriaal naast je bestaande lessen.

Wil je zelf aan de slag met video? Dan bieden we aan Howest volgende ondersteuning:

Hardware

Je kan enerzijds eenvoudig aan de slag met je eigen laptop met ingebouwde webcam en headset. Het gebruik van een headset is hierbij wel belangrijk om storend ruis en achtergrondgeluid te vermijden. Het verbetert de audio-kwaliteit aanzienlijk. Op die manier kan je eenvoudig zelf korte video’s of online lessen opnemen. Zoek je een rustige ruimte op de campus? Maak dan gebruik van één van de COL-lokalen (meer info).

Aan de onthalen of mediatheken kan je ook opnamekoffertjes ontlenen. Deze bevatten een kwaliteitsvollere camera en een dasspeldmicrofoon. Dit laatste geeft jou meer bewegingsvrijheid. Zeker voor lesopnames van een live les is dit een must. De camera heeft bovendien als bijkomend voordeel dat deze breedhoek is, waardoor je een breder beeld kan capteren en dus nog meer bewegingsvrijheid hebt. Een handleiding vind je hier.

Wil je een echt kwaliteitsvolle video maken, die visueel aantrekkelijker oogt? Dan kan je hiervoor gebruik maken van de RapidMooc. De RapidMooc is een videobooth waarbij je met enkele instellingen eenvoudig je video opneemt. Greenkey, goede belichting en dasspeldmicrofoons staan eveneens ter je beschikking. Verschijn bijvoorbeeld voor je powerpoint of een interessante afbeelding. Een autocue maakt het inspreken van je filmpjes nog eenvoudiger. Een handleiding vind je hier, maar vraag voor je eerste gebruik gerust een demo aan via tim.vanderhaeghen@howest.be

Software

Op vlak van software werken we aan Howest met Panopto. Een gebruiksvriendelijke video-opname en -bewerkingstool. De tool biedt je onder andere de mogelijkheid om tussentitels toe te voegen, quizjes in te voegen en eenvoudig stukken te knippen en plakken. Bovendien kunnen de video’s eenvoudig geïntegreerd worden in je Leho-cursussen en is de opslagcapaciteit (mits enkele retentie-afspraken) verzekerd. Hoe je aan de slag gaat met Panopto, leer je via deze video-tutorials.

Maakte je toch een opname in Teams (bijvoorbeeld van een online les) dan raden we je aan om deze up te loaden in Panopto als je de opname wenst te bewaren.

Ook opnames via RapidMooc kan je uploaden in Panopto en daar verder nabewerken indien nodig.

Professionalisering

Naast de eerder genoemde handleidingen en tutorials, biedt het leerpad “Video-opnames in je onderwijs” je meer inzicht in de topic. Je vindt deze terug via de startpagina van de Leho-cursus Onderwijsprofessionalisering. Snuister daar gerust ook eens rond voor andere interessante topics.

Ook in het professionaliseringsOLOD voor docenten: Digitaal Educatief Design in het Hoger Onderwijs (DEDHO, 4 sp) wordt video als onderwerp behandeld. Meer informatie over dit opleidingsonderdeel vind je hier.

Andere relevante blogposts

Instructievideo’s maken

Verhoog de kijkcijfers van je video

Embedden op Lehopagina’s

by davy.mortier@howest.be

Embedden, inbedden, insluiten … Het zijn allemaal namen voor hetzelfde. De (didactische) mogelijkheden van ingesloten content zijn enorm. We geven jullie graag wat inspiratie.

Embedden is een soort open venster naar (een deel van) een andere pagina (of iets dat ergens anders gepubliceerd staat), maar mooi ingewerkt in het kader van jouw lehopagina. Door het open venster kun je alle handelingen op die andere pagina ook effectief uitvoeren: je studenten kunnen interactieve content aanklikken of reageren en jijzelf kunt (als je ingelogd bent op de bronsite) alle handelingen uitvoeren. Misschien krijg je al enkele ideeën?

Er zijn een aantal voordelen aan embedden:

  • Het is handig omdat lezers niet meer naar een andere website moeten surfen. De structuur van de leerinhoud blijft bewaard en overzichtelijk.
  • Er is geen inbreuk op auteursrechten omdat het sowieso beschikbaar was voor iedereen.
  • De inhoud wordt automatisch overal aangepast als het originele bestand geactualiseerd wordt.

Het nadeel is dat het materiaal niet meer beschikbaar is als het originele bestand verwijderd wordt, dit gebeurt meestal wanneer de maker beslist het offline te halen. Weet ook dat het materiaal meestal niet zichtbaar zal zijn als je inhouden van een website achter een login deelt.

Probeer het zelf uit en laat je inspireren door de vele mogelijkheden in de minicursus. Laat je niet overdonderen door de vele mogelijkheden: begin met één iets kleins dat je interessant vindt en groei dan verder. In essentie is het enige wat je hiervoor moet kunnen de basisvaardigheden om te embedden. Voor de rest is jouw didactische creativiteit belangrijk. Sommige voorbeelden zijn met externe tools, die je dan als volgende stap onder de knie kunt krijgen als die voor jouw doelstellingen relevant is.

De minicursus gaat in op het aanbieden van leermateriaal, het stimuleren van interactie en het embedden voor gevorderden. Er zijn tal van inspirerende voorbeelden opgenomen. Neem dus zeker eens een kijkje en probeer het zelf uit.

Hieronder alvast een voorbeeld van een Lehopagina met een embed. Je kunt dit voorbeeld live ervaren in de minicursus (het lukt helaas niet op deze wordpress-site).

Andere relevante blogposts

Wooclap integreren in Leho

Je Leho-cursusmodule structureren

Je bent momenteel als enthousiaste docent vast een heel aantal boeiende lesmaterialen aan het ontsluiten aan je studenten via de functie “Modules” op Leho. Daarin worden alle materialen voor je studenten netjes onder elkaar geplaatst in afzonderlijke modules. De manier waarop je de informatie ordent kan alvast ondersteuning bieden bij het verwerken ervan.

Onderstaande tips zijn van toepassing op het niveau van een volledige module, ofwel op het niveau van de aangeboden documenten binnen een module. Onderaan deze bijdrage zie je een mogelijke uitwerking.

First things first!

Orden de modules of bestanden/pagina’s op een logische manier, dit kan op verschillende manieren:

  • Kies een thematische opbouw die overeenkomt met de indeling van je lessen of syllabus.
  • Gebruik een chronologische ordening, waarbij ofwel het oudste ofwel het meest recente bovenaan staat.
  • Maak gebruik van “inspringen” waar dit meerwaarde heeft (té veel goedbedoelde insprongen maken het opnieuw verwarrend).

What’s in a name?

Het klinkt vanzelfsprekend, maar geef je modules of bestanden/pagina’s een duidelijke naam:

  • Vermeld een nummering of een beschrijving.
    Bijv.: “1 De basisbegrippen”, “Hoofdstuk 2: …” of “Bijlage 3: …”. Dit geeft meer structuur dan enkel een bestandsnaam.
  • Zorg ervoor dat de naam voor studenten informatie geeft over de inhoud.
    Bijv.: Vervang “Art_nieuwsblad_24-09-2023_taal.pdf” door “Artikel over taal in de maatschappij”.
  • De naamgeving kan ook prikkelend zijn of aanzetten om door te klikken op een titel.
    Bijv.: vervang het saaie “Studietips” door “Ontdek welke hoofdstukken de belangrijkste zijn voor het examen”

Color the world

Je kunt gebruik maken van emoji’s om voor kleur en overzicht te zorgen.

  • Het is op Canvas niet mogelijk om de titels in kleur te zetten, onder meer omdat het overzicht daardoor minder voldoet aan de digitale toegankelijkheidskenmerken.
  • De emoji’s kun je een bepaalde betekenis geven en kun je misschien binnen de hele opleiding op dezelfde manier gebruiken.
  • Tip: binnen het lerend netwerk afstandsleren werd de tip gegeven om deze emoji’s een concrete functie of betekenis te geven. Laat je inspireren door hun lijst onderaan deze blog.

Hoe doe je dit? Het kan heel snel, echt waar!

  • De emoji’s zijn unicode: ze kunnen er op elk toestel anders uit zien, maar zien er op dat toestel dan wel altijd hetzelfde uit en zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.
  • In Windows kun je ten allen tijde de meeste emoji’s bereiken via de toetsencombinatie Windows + . (punt of puntkomma).
  • Mac-gebruikers vinden deze via de combinatie Wereldbol + E
  • Je kunt ook een symbool copy-pasten uit de kolom monitor op deze site.

Show it!

In onderstaand voorbeeld werden een heel aantal tips uit deze blog toegepast. Experimenteer zelf en ontdek wat voor jou en jouw studenten een meerwaarde is.

Dit is een voorbeeldlijst met mogelijke betekenissen van emoji’s:

Nieuwe vraagtypes in Wooclap

by elke.ruys@howest.be

Regelmatig komen er in Wooclap nieuwe vraagtypes bij. Benieuwd wat nu (september 2023) de laatste nieuwe vraagtypes zijn? We geven je hieronder de 4 recentste mee!

Via dit vraagtype maak je een rad om ad random onderwerpen, vragen, studenten te loten. Laat het rad bijvoorbeeld kiezen wat je volgende onderwerp zal zijn of laat het rad kiezen welke (groep) studenten als volgende aan de beurt is, een vraag moet beantwoorden, een samenvatting van de les moet geven.

Wooclap voorziet daarenboven ook zelf in enkele inspirerende templates.

Wil je je studenten gefocust aan het werk zetten gedurende enkele minuten? Geef je graag een iets grotere vraag of opdracht waarvoor ze wat meer tijd nodig hebben? Dan kan een timer zeer nuttig zijn om de nodig focus te houden en de tijd te bewaken. Of zet een timer op je pauze.

Bekijk bvb. onderstaande methode voor collectieve idee-generatie:

Dit vraagtype laat je concrete schema’s van bestaande methodieken integreren in je Wooclapvragen. Bvb. een schema voor een SWOT-analyse. Je zoekt een goede afbeelding van de methodiek van jouw keuze en laat je studenten hun antwoorden aan de passende velden koppelen.

Whiteboard geeft je een eenvoudig leeg canvas om je gedachten te ordenen, een schets te maken of te brainstormen met je studenten. Zet indien gewenst je whiteboard vooraf zo veel mogelijk klaar. Je kiest bovendien zelf of je je studenten laat bijdragen of om het exclusief voor jezelf te houden.

Andere relevante blogtips

Aan de slag met Wooclap templates

Vragen van een externe tool integreren in Wooclap

Gebruikerstips Wooclap

Wooclap, een veelzijdige online stemtool

Aan de slag met Wooclap Templates

by elke.ruys@howest.be

Je hebt een fantastische, boeiende les/sessie uitgewerkt! Nu nog wat interactie toevoegen om je studenten/publiek geboeid te houden, hun (voor)kennis te testen, feedback te krijgen of gewoon even het ijs te breken! Vaak is dat nu net sneller gezegd, dan gedaan. Interactie toevoegen is zéér waardevol, maar vergt ook tijd en inspiratie.

Herkenbaar?

Dan zijn de Wooclap Templates zeker iets voor jou!

Wooclap zelf biedt jou immers een waaier aan kant en klare templates aan om te gebruiken in jouw lessen. Je vindt ze terug op deze pagina: https://www.wooclap.com/en/templates/education/

Klik op een categorie naar keuze en laat je inspireren. Elke template kan je eenvoudig verder aanpassen naar jouw context en wensen. Vind bijvoorbeeld een leuke ijsbreker terug via de categorie Icebreakers.

Andere relevante blogtips

Nieuwe vraagtypes in Wooclap

Vragen van een externe tool integreren in Wooclap

Gebruikerstips Wooclap

Wooclap, een veelzijdige online stemtool

Canvas als instrument voor peerfeedback

Wat is het?

Wil je je studenten feedback laten geven op elkaars werk, zonder dat deze meetelt (peerfeedback)? Dan kan dit in Canvas zelf.

Waarom belangrijk?

Het is belangrijk dat studenten doorheen hun opleidingen kansen krijgen tot peerfeedback. Dit hoeft niet noodzakelijk gekoppeld te zijn aan een score. Is dit wel het geval, bekijk dan zeker de info rond peerassessment en WebPA als ondersteunende tool.

Ook peerfeedback an sich is zéér waardevol. Sterker nog, je kan pas de stap naar peerassessment zetten als studenten voldoende vertrouwd zijn met peerfeedback. Via peerfeedback leren studenten kritisch kijken naar andermans en hierdoor ook eigen werk, ze leren een aantal sociaal communicatieve vaardigheden (bvb. “Hoe een boodschap adequaat overbrengen”, “Hoe reageren op feedback”…) en worden voorbereid op de toekomstige werksituatie. Bovendien kan peerfeedback een oplossing bieden om studenten meer en vaker feedback te geven.

Canvas biedt een interessante mogelijkheid om peerfeedback op ingediende opdrachten te ondersteunen.

Hoe doen?

Deze tutorial toont je hoe je als docent aan de slag gaat met peerreview binnen Canvas.

Andere relevante blogtips

WebPA als instrument voor peerassessment

Aan de slag met peerassessment

Feedback die blijft plakken

WEBPA als instrument voor Peerassessment

Wat is het?

Wil je je studenten feedback laten geven op de groepssamenwerking of op elkaars werk resulterend in een score (peerassessment)? Dan is WEBPA een interessante ondersteunende tool.

Waarom belangrijk?

In de blogpost “Aan de slag met peerassessment” gaven we reeds meer toelichting rond het belang van peerassessment. Daar worden tal van voordelen van peerassessment vermeld. Enkele voorbeelden zijn: studenten leren om op een objectieve en kritische manier te evalueren, ze leren kritischer naar hun eigen werk te kijken en het kan de lector inzicht geven in de kwaliteit van de samenwerking en het onderling groepsproces.

Het voorbereiden van peerassessmentformulieren en berekenen van de scores kan echter tijdsintensief zijn. Een goede tool is dan vaak onmisbaar. Aan Howest hanteren we WEBPA als ondersteunende tool voor peerassessment. Deze tool heeft een plugin in Canvas.

Hoe doen?

Deze tutorial toont je hoe je als docent aan de slag gaat met WebPA.

Hoe berekent WebPA zijn score?

WebPA maakt gebruik van de methode peerassessment(PA)-factor x groepsscore (meer info over deze methode, zie hier).

WebPA voegt aan deze methode wel nog een extra laagje toe. Je kan er namelijk voor kiezen dat de PA-factor niet de volledige groepsscore beïnvloedt, maar slechts een fractie. Zo werd in de tutorial het gewicht van de PA-factor op de groepsscore ingesteld op 80%. Dit betekent dat slechts 80% van de groepsscore wijzigt onder invloed van de PA factor.

Een voorbeeld: Stel een groep behaalt 50% op een opdracht. Een individueel groepslid behaalt een PA factor van 0,91. Slechts 80% van de behaalde punten (oftewel 40 in plaats van 50 op 100) worden beïnvloed door de PA factor. Dus de totale score wordt berekend door 0,91×40 + 10= 46,4. Deze student behaalt dus nog 46,4%. In het andere geval, zonder extra gewicht ingesteld, was dit 45,5% geweest.

Meer weten?

  • Het importeren van de WEBPA punten naar je cijferboek in Canvas kan je doen via een vast CSV format, meer documentatie vind je hier
  • De handleiding WEBPA (opgemaakt door UGENT) vind je hier
  • De officiële documentatie van WEBPA vind je hier.

Andere relevante blogtips

Aan de slag met peerassessment

Evaluatiecriteria en beoordelingsschalen voor peerassessment

Methoden om groepspunt te individualiseren

Canvas als instrument voor peerfeedback

Methoden om een groepspunt te individualiseren

Bij het beoordelen van een groepstaak is van belang dat je als lector bepaalt of je een geïndividualiseerde beoordeling wil geven op de taak of uitsluitend een groepsbeoordeling. Wanneer je kiest voor een geïndividualiseerde beoordeling is het van belang vooraf goed na te denken hoe dit verloopt, welke criteria bepalend zullen zijn voor de individuele beoordeling en of peerassessment een rol speelt.

We bespreken hieronder 4 methoden om het groepspunt te individualiseren. Bij de laatste twee methoden speelt peerassessment een belangrijke rol. We bespreken per methode de belangrijkste voor- en nadelen. Gouden regel is steeds om vooraf duidelijk te communiceren naar de studenten rond hoe de scores berekend worden en in welke mate peerassessment doorweegt.

A.    Groepspunt (maar…)

Bij deze methode geef je standaard het groepspunt, maar als lector behoud je de mogelijkheid om naar eigen goeddunken dit groepspunt bij te stellen. Dit gebeurt dan vooral wanneer je als lector signalen krijgt vanuit een studentengroep dat één van de groepsleden een beduidend mindere bijdrage geleverd heeft. Hoeveel punten er van het groepspunt worden afgetrokken, kan je zelf bepalen. Het is wel belangrijk om dat op voorhand duidelijk te communiceren naar de studenten toe.

Als lector probeer je best al tussentijds zicht te krijgen op het functioneren in de groepen, hetzij door hier actief naar te vragen, hetzij door duidelijk aan te geven eventuele problemen tijdig te melden. Op die manier kan nog tijdig ingegrepen worden (student waarschuwen, groepssamenstelling wijzigen…).

Bij deze methode wordt de student gezien als informerende partij en niet als beoordelaar. Het gaat hier dus nog niet om peerassessment!

Voordelen:

  • Weinig tijdsintensief voor de lector: geen peerassessment formulieren voorbereiden, geen omrekenen van cijfers. Uitsluitend ingrijpen bij grote problemen.

Nadelen:

  • Hoge subjectiviteit. Sommige studentengroepjes zullen sneller komen klagen dan andere. Er is ook een grote gradatie in onderpresteren en hoe vertaalt zich dat dan in het bijstellen van de punten?

B.    Individuele opdracht naast de groepsopdracht

Het algemene principe bij deze methode is dat een aparte individuele opdracht wordt toegevoegd, waarin de student moet aantonen zelf ook de nodige competenties te hebben verworven. En dus niet louter te hebben mee gesurft met de groepsgenoten of enkel een deel van de competenties te hebben verworven. Er is hierbij geen sprake van peerassessment.

Beide scores worden opgeteld om de totaalscore te verkrijgen. Het aandeel groepspunt en individueel punt bepaal je als lector zelf.

Voorbeeld: Een labo-oefening wordt in groep uitgevoerd en staat op 15 punten. Het verslag van de labo-oefening wordt individueel gemaakt en staat op 5 punten. Beide deelscores worden vervolgens opgeteld.

Voordelen:

  • Studenten worden individueel verantwoordelijk gesteld voor een gedeelte.
  • Doordat het individuele gedeelte aansluit op de groepsopdracht kan het meesurfen of free-riden beperkt worden tot een minimum (je kan geen labo-verslag schrijven als je niet actief deelnam aan de labo-oefening).

Nadelen:

  • Als de individuele opdracht geen groot genoeg gewicht krijgt, kan een student maar licht afgestraft worden bij niet meewerken aan de groepsopdracht. Te meer omdat geen negatieve scores gegeven kunnen worden.
  • Je krijgt als lector geen feedback van de studenten rond de medewerking aan het groepsproces.

C.    Groepscijfer +/- individualisering

Het groepspunt telt voor de totale beoordeling en de scores van de peerassessment worden bij het groepspunt opgeteld of afgetrokken. Maak hierbij vooraf een keuze rond hoe zwaar de peerassessmentscore doorweegt op de totale score.

Voorbeeld: Een studentengroep behaalt 16/20 op een labo-oefening en verslag. Een individuele student behaalt gemiddeld 1/4 op de peerassessment. De lector bepaalt dat de peerassessment-score een gewicht krijgt van 20% op de totale score. De geïndividualiseerde score van de peerassessment kan dan bijvoorbeeld als volgt berekend worden: 0,8x(16/20) + 0,2x(1/4) = 0,64 + 0,05 = 0,69. De student behaalt dus de geïndividualiseerde score van 69% of 14/20. Hij wordt dus afgestraft voor zijn mindere bijdrage aan het groepsproces.

Voordelen:

  • Er wordt rekening gehouden met de mening van de medestudenten over het functioneren van de studenten in de groep.
  • Niet alleen het product wordt beoordeeld ook het groepsproces.
  • De betere student wordt beloond, de mindere student wordt afgestraft.

Nadelen:

  • Vriendjespolitiek kan spelen (zie D. voor een manier om vriendjespolitiek af te zwakken bij voldoende grote groepen)
  • Belonen of bestraffen kan redelijk beperkt blijven door de keuze van het gewicht. Het is vaak wenselijk om in de rubrieken voor peerassessment ook negatieve scores te laten geven om toch zwaarder te kunnen bestraffen bij niet meewerken.

D.   Groepscijfer x individualisering

Het groepspunt telt voor de totale beoordeling en wordt vermenigvuldigd met een factor, de peerassessment factor (PA factor).

Algemene formule:

Geïndividualiseerde score = PA factor x groepsscore

PA factor = peerassessment score / gemiddelde peerassessment score van de groep

  • Peerassessment score = de som van alle scores op alle criteria die één student ontvangt.
  • Gemiddelde peerassessment score van de groep = som van alle peerassessment scores op alle criteria van alle studenten / aantal studenten

Bij een gemiddelde student is de PA-factor dus ongeveer gelijk aan 1.

Voor grotere groepen, van minstens 5 studenten, kan je ervoor kiezen om de sterkste en zwakste score van elke student op elk criterium worden verwijderd. Hierdoor kan eventuele “vriendjespolitiek” worden tegengegaan.

Voorbeeld:  Een studentengroep van 6 studenten behaalt 16/20 op een labo-oefening en verslag. Wanneer van student 1 alle ontvangen scores op de peerassessment criteria worden opgeteld, bekomt hij een totaal score van 154. Bij het verwijderen van telkens de hoogste en laagste scores per criterium bekomt de student een gecorrigeerd totaal van 95. Wanneer vervolgens alle scores op de peerassessment criteria van alle studenten worden opgeteld (mits verwijderen van telkens de hoogste en laagste score per criterium, per student) en dit wordt gedeeld door het totaal aantal studenten bekomt men een groepsgemiddelde van 182. De PA-factor hier is dus 0,5215. De geïndividualiseerde score voor student 1 is dus 0,5215x(16/20) of dus een 8/20. Hier wordt de student dus zwaar afgestraft voor zijn duidelijk mindere bijdrage aan het groepsproces.

Tip: Een PA-factor kan voor grote verschillen zorgen in de geïndividualiseerde scores! De mate waarin een student bijdraagt tot de groepsopdracht weegt hier dus het zwaarst door. Deze methode wordt idealiter gecombineerd met een geschreven toelichting, waarin studenten moeten verantwoorden hoe ze het groepsproces ervaren hebben en hoe ze hun eigen bijdrage hierin percipiëren.

De zwaarte van een PA-factor kan wel wat afgezwakt worden door de PA-factor niet op de volledige groepsscore toe te passen. Zie ook de blogtip rond WebPA.

Voordelen:

  • Er wordt rekening gehouden met de mening van de medestudenten over het functioneren van de studenten in de groep.
  • Niet alleen het product wordt beoordeeld ook het groepsproces.
  • De betere student wordt sterk beloond, de mindere student wordt sterk afgestraft.
  • Vriendjespolitiek kan afgezwakt worden door in grotere groepen de hoogste en laagste scores niet mee te tellen.
  • Vriendjespolitiek wordt afgezwakt doordat het om een gewogen geïndividualiseerde peerassessment score gaat. Bvb. als alle groepsleden hoge punten geven, zal dat hier leiden tot een status quo van de groepsscore voor iedereen en niet tot een hogere groepsscore voor iedereen.

Nadelen:

  • Als lector moet je vrij veel tijd investeren om de geïndividualiseerde score te berekenen. Excel-sjablonen of peerassessment tools kunnen hierin wel helpen.
  • In kleinere groepen, waarbij je de sterkste en zwakste score er niet uit kan filteren, wegen extreme, en mogelijks onterechte beoordelingen, veel zwaarder door.

Andere relevante blogtips

Aan de slag met peerassessment

Evaluatiecriteria en beoordelingsschalen voor peerassessment

WebPA als instrument voor peerassessment

Canvas als instrument voor peerfeedback

Bron

Van Petegem, P. (2009). Praktijkboek activerend hoger onderwijs. LannooCampus.

Evaluatiecriteria en beoordelingsschalen voor peerassessment

Evaluatiecriteria

Duidelijke evaluatiecriteria zijn voor de meeste evaluatievormen onmisbaar voor een betrouwbare en transparante evaluatie. Dit is zeker ook het geval voor diverse vormen van peerassessment. Duidelijke evaluatiecriteria zorgen ervoor dat alle studenten hetzelfde referentiekader gebruiken om elkaar te beoordelen.

De evaluatiecriteria kunnen focussen op:

  • Het eindproduct (het resultaat)
  • De afgelegde weg (proceselementen die doorgaans voor jou als begeleider moeilijk zijn om in kaart te brengen)
  • Een combinatie van beiden

In het geval van peerassessment van het groepsproces is het extra belangrijk dat je de verschillende facetten die verwacht worden bij zo’n groepsproces helder formuleert. Een criterium zoals “Kan goed samenwerken” is eerder vaag en kan verder geconcretiseerd te worden. Hieronder vind je een lijst van voorbeeldcriteria die je (deels) kan overnemen of verder kan aanpassen naar de concrete situatie van jouw opdracht.

  • Organiseert en stuurt de groep als hij voorzitter is.
  • Bereidt de vergadering voor op basis van de afspraken gemaakt tijdens de vorige vergadering.
  • Volbrengt taken efficiënt.
  • Respecteert gemaakte afspraken.
  • Geeft mening over de gewenste aanpak.
  • Is flexibel.
  • Is bereid conflicten op te lossen.
  • Neemt initiatief.
  • Volgt de normen en de waarden van de groep.

Beoordelingsschalen

Ook over de beoordelingsschaal dient zorgvuldig nagedacht te worden. Je kan per evaluatiecriterium een eenvoudige beoordelingsschaal gebruiken (bvb. zeer goed, goed, voldoende, onvoldoende, slecht). Nog krachtiger kan zijn om te werken met rubrics. Meer informatie over rubrics vind je hier.

Voor het beoordelen van het groepsproces kan het nuttig zijn om een schaal te gebruiken die de student positioneert t.a.v. de groep. Hieronder twee mogelijke werkwijzen.

Werkwijze 1:

  • Voor elk criterium in de matrix wordt een beoordeling gegeven op volgende schaal: 3 = beter dan de rest van de groep; 2 = gemiddeld van de groep; 1 = niet zo goed als de rest van de groep; 0 = geen hulp voor de groep; -1 = hinder voor de groep.
  • Indien een student een 3 krijgt, dan moet iemand anders voor hetzelfde criterium een 1 krijgen!

Werkwijze 2:

Laat studenten per criterium 10 punten verdelen over de groep. Hierdoor kunnen ze niet iedereen het maximaal aantal punten geven. Wanneer iedereen een gelijke bijdrage leverde krijgt iedereen het zelfde deel van de punten. Wanneer iemand een sterkere bijdrage levert, moet minstens 1 (meer kan ook) andere student een lagere score krijgen. Bijvoorbeeld: Student 1 leverde een sterke bijdrage op een criterium en krijgt 4 punten, studenten 2, 3 en 4 elk 2 punten. Zij leverden allen een vrijwel gelijke bijdrage.

Geschreven feedback

Laat studenten hun beoordeling van de peers ook schriftelijk toelichten. Hiermee vermijd je dat vrienden elkaar ‘indekken’. Dit maakt het ook voor jou gemakkelijker om te reconstrueren waarom een bepaalde score (al dan niet terecht) wordt toegekend. Een schriftelijke neerslag zal de beoordeling door peers ook objectiever maken, aangezien je studenten verplicht zich te baseren op feitelijke gebeurtenissen.

Selfassessment

Vul eventueel aan met een selfassessment om meer zicht te krijgen op hoe een student zichzelf inschat (bvb. in een groepsproces). Bij tegenstrijdige beoordelingen kan dit aanleiding geven om extra in dialoog te gaan.

Andere relevante blogtips

Aan de slag met peerassessment

Methoden om groepspunt te individualiseren

WebPA als instrument voor peerassessment

Canvas als instrument voor peerfeedback

Bronnen

KU Leuven, Dienst Onderwijsprofessionalisering en -ondersteuning. (n.d.). Peer assessment. https://www.kuleuven.be/samenwerking/avlnascholingen/ns1617/mapdocal29/docal29r/docal29r4

Van den Berg, I., Admiraal, W., & Pilot, A. (2005). Peer-assessment als leermiddel. Voorbeelden uit het hoger onderwijs. Universiteit Utrecht. https://www.researchgate.net/publication/27694251_Peer_assessment_als_leermiddel_Voorbeelden_uit_het_hoger_onderwijs

Van Petegem, P. (2009). Praktijkboek activerend hoger onderwijs. LannooCampus.

Aan de slag met Peerassessment.

Wat is peerassessment?

Bij peerassessment worden studenten mee ingeschakeld in het beoordelingsproces van hun medestudenten. Dit kan gaan over een beoordeling van het product, maar ook van het proces. De beoordeling verloopt aan de hand van vooropgestelde criteria.

Meestal wordt de eindbeoordeling gecombineerd met de beoordeling door de lector. Dit is het meest wenselijk. De lector behoudt hoe dan ook de eindverantwoordelijkheid over de toekenning van de scores. Ook selfassessment (een student die zichzelf beoordeelt op vooraf bepaalde criteria) kan hierin een rol spelen.

Peerassessment is een bijzondere vorm van peerfeedback. Bij peerfeedback geven studenten elkaar feedback. Hier staat in de meeste gevallen echter geen score die meetelt voor het eindoordeel tegenover. Met behulp van peerfeedback krijgen de studenten de kans om hun prestatie te verbeteren vooraleer er een definitieve beoordeling (door de lector) volgt. Bij peerassessment ligt de nadruk veeleer op de summatieve beoordeling en het geven van een score. Het is belangrijk dat studenten eerst voldoende ervaring opdoen met (peer)feedback, vooraleer over te schakelen op peerassessment. Meer informatie over het geven van feedback die blijft plakken vind je in deze blogpost.

Synoniemen voor peerassessment zijn peerevaluatie en peerbeoordeling.

Waarom belangrijk?

Door peerassessment te gebruiken, betrek je studenten bij het evaluatieproces. Dit brengt diverse voordelen met zich mee. Afhankelijk van de wijze waarop peerassessment wordt ingezet, zullen bepaalde voordelen meer of minder doorwegen.

  • Het heeft een gunstig leereffect op het leerproces van studenten (learning by assessing). Door elkaars werk, gedrag of prestaties te becommentariëren en te evalueren, leren studenten om op een objectieve en kritische manier te evalueren aan de hand van criteria. Ze worden uitgedaagd tot kritisch analyseren, bijvoorbeeld door de eigen opvatting te confronteren met die van de medestudent, onduidelijkheden zo duidelijk mogelijk te verwoorden of sterke en zwakke punten te onderscheiden.
  • Ze krijgen bovendien een beter zicht op wat de evaluatiecriteria concreet inhouden en hoe je ermee aan de slag kan. Studenten leren zo kritischer naar het eigen werk kijken, wat de kwaliteit van het eigen werk ten goede komt.
  • Studenten kunnen de eigen prestaties beter plaatsen binnen de groep door ze te relateren aan het werk van hun medestudenten (‘norm referencing’).
  • Studenten leren een aantal sociaal communicatieve vaardigheden (bvb. “Hoe een boodschap adequaat overbrengen”, “Hoe zelf reageren op feedback”…) en worden voorbereid op de toekomstige werksituatie waar o.a. reflectie en levenslang leren belangrijke vereisten zijn.
  • Er wordt positief ingespeeld op de motivatie van studenten doordat beroep wordt gedaan op hun verantwoordelijkheidszin.
  • Het kan een oplossing bieden om studenten meer en vaker feedback te geven.
  • Bij groepswerk kan het ingezet worden om de bijdrage van iedere student te kunnen beoordelen. Peerassessment kan immers zicht geven op de kwaliteit van de samenwerking en het onderlinge groepsproces. ‘Meeliftgedrag’ kan hierdoor gesignaleerd worden.

Hoe doen?

Communicatie en duidelijke richtlijnen

Geef op voorhand duidelijk aan:

  • Waarom er met peerassessment gewerkt wordt (doel en meerwaarde)
  • Wat geëvalueerd wordt (proces, product, beide).
  • Wie zal beoordelen (bvb. docent product, studenten proces)
  • Welke evaluatiecriteria gehanteerd worden
  • Hoe het peerassessment zal verlopen (worden cijfers gegeven of feedback, schriftelijk of elektronisch)
  • Hoe de evaluatie deel uitmaakt van de eindbeoordeling (zie blogtip)

Leg uit hoe alles praktisch in zijn werk zal gaan. Hou het verloop en de organisatie zo simpel mogelijk.

Evaluatiecriteria en beoordelingsschalen: In deze blogpost gaan we dieper in op de mogelijkheden rond evaluatiecriteria en beoordelingsschalen.

Wijze van berekening: In de blogpost “Methoden om een groepspunt te individualiseren” komen twee concrete methoden aan bod voor het individualiseren van een groepspunt op basis van peerassessment.

Oefentijd:

Voorzie oefentijd voor studenten om peerassessment onder de knie te krijgen.

  • Geef de studenten de mogelijkheid om te oefenen door eerst gebruik te maken van peerfeedback. Hierbij telt de beoordeling van de studenten nog niet mee voor het eindresultaat.
  • Zorg voor begeleiding en opvolging. Reik indien nodig ook voorbeelden aan van eerdere peerassessments en licht toe wat er goed of minder goed aan was. 
  • Laat studenten reeds tussentijds elkaar beoordelen (al dan niet op punten).  Voorzie feedback bij deze oefenmomenten en laat studenten aan elkaar toelichten waarom ze een bepaald cijfer geven. Als studenten weten dat ze hun quotering moeten kunnen toelichten zullen ze vaak ook eerlijker scoren.

Elektronische hulpmiddelen:

Peerassessment kan gebeuren via papieren formulieren, een excelbestand of via een online tool. Kies voor een werkwijze die haalbaar en efficiënt is.

Vaak zijn online tools een handig (en vaak niet te missen) hulpmiddel.

  • Wil je studenten feedback laten geven op elkaars werk, zonder dat deze meetelt in een score (peerfeedback), dan kan dit in Canvas zelf.

Meer informatie in deze blogpost.

  • Wil je studenten feedback laten geven op groepssamenwerking of op elkaars werk, resulterend in een score (peerassessment)? Dan kan dit via de WEBPA plugin in Canvas

Meer informatie in deze blogpost.

Lector blijft eindverantwoordelijke

Als lector blijf je steeds de eindverantwoordelijke voor de evaluatie. Als lector kan je steeds afwijken van het door de student-beoordelaar toegekende cijfer, indien dit cijfer volgens jou bijvoorbeeld onterecht werd toegekend. Daarom is een toelichting door de student bij het toegekende cijfer zeer handig.

Bijzondere aandacht dient te gaan naar wanneer een geslaagd groepscijfer door de peerassessment wordt bijgesteld naar een niet-geslaagd individueel cijfer. Als lector ga je in die gevallen extra na wat de bijdrage was van de niet-geslaagde student. Blijkt uit de peerassessmentscores (en eventueel bijkomende feedback van medestudenten) dat de betrokken student weliswaar minder, maar wel nog steeds in voldoende mate heeft geparticipeerd aan het groepswerk, dan kan je het cijfer van deze individuele student alsnog bijstellen naar een geslaagd cijfer.

Wat met 2e zittijd?         

Denk ook na over hoe je het peerassessmentcijfer meeneemt in een tweede zittijd. Een groepsopdracht wordt dan immers vaak vervangen door een individuele opdracht waardoor het peerassessmentcijfer niet langer meer van toepassing is. Vermeld dit ook duidelijk in de ECTS-fiche.

Andere relevante blogtips

Rubrics: Vraag & antwoord, tips en stappenplan

Evaluatiecriteria en beoordelingsschalen voor peerassessment.

Methoden om groepspunt te individualiseren

WebPA als instrument voor peerassessment

Canvas als instrument voor peerfeedback

Bronnen

KU Leuven, Dienst Onderwijsprofessionalisering en -ondersteuning. (n.d.). Peer assessment. https://www.kuleuven.be/samenwerking/avlnascholingen/ns1617/mapdocal29/docal29r/docal29r4

Van den Berg, I., Admiraal, W., & Pilot, A. (2005). Peer-assessment als leermiddel. Voorbeelden uit het hoger onderwijs. Universiteit Utrecht. https://www.researchgate.net/publication/27694251_Peer_assessment_als_leermiddel_Voorbeelden_uit_het_hoger_onderwijs

Arteveldehogeschool. (n.d.). Peer assessment. https://www.arteveldehogeschool.be/studielicht/sites/default/files/files/Studielicht_Peerassessment.pdf