Header Image - TEACHER LAB

Op weg naar genderinclusief onderwijs

Genderdiversiteit leeft harder dan ooit. Ook binnen het hoger onderwijs kunnen we niet achterblijven op deze maatschappelijke tendens die heel wat in beweging lijkt te zetten. Een stijgende aandacht voor genderdiversiteit en -inclusiviteit is dan ook een meer dan wenselijk gegeven. De tijden van de enge binaire opdeling, gebaseerd op de biologische categorieën man-vrouw, zijn ondertussen lang verleden tijd. Maar wat is dat nu zo’n genderinclusieve school en hoe kunnen we hier aandachtig voor zijn?

In een genderinclusieve school kan iedereen openlijk en zonder beperkingen participeren aan alle aspecten van de schoolomgeving. Het biologische geslacht, geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit spelen hier met andere woorden geen beperkende of uitsluitende rol (Halimi et al., 2018). Het toont aan dat het om een urgente kwestie gaat waar grondig over moet worden nagedacht. Ook op het microniveau van de klaspraktijk kunnen wij als lectoren het verschil maken. Bij het vormgeven van en binnen de eigen lespraktijk, zijn er enkele zaken waar we specifiek op kunnen letten om ten volle in te zetten op dergelijke inclusiviteit.

(Gender)diversiteit in lesmateriaal

Een eerste daad die we kunnen ondernemen heeft te maken met het zichtbaar maken van diversiteit in les- en leermaterialen. Denk hierbij vooral aan de beeldvorming en voorbeelden die worden gebruikt in bijvoorbeeld PowerPoints en cursusteksten. Niet alleen in fotomateriaal, maar ook in tekstdocumenten wordt idealiter deze diversiteit nagestreefd. Het is iets wat de eigenwaarde van alle studenten en lectoren ten goede kan komen omwille van de herkenbaarheid van eigen identiteitskenmerken. Daarnaast heeft het de kracht om stereotype denkbeelden en traditionele rolverdelingen te doorbreken. Een man hoeft niet altijd geframed te worden als CEO, een vrouw niet altijd als verpleegkundige. Het spreekt voor zich dat dit de kwaliteit van het lesmateriaal verhoogt.

De organisatie çavaria (2011), die opkomt voor gender- en seksuele diversiteit, kwam enkele jaren terug met een checklist om genderdiversiteit te screenen in lesmateriaal. Het omvat in essentie een zeer gerichte reflectie om na te gaan hoe divers leer- en lesmaterialen nu wel echt zijn. Hiervoor wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de gendernorm en anderzijds de heteronorm:

Uiteraard is diversiteit in het algemeen een breder thema met een ruimere focus dan enkel gender. Gezien de specifieke focus op gender in dit artikel gaan we er hier niet veel verder op in, al zouden we deze denkoefening zeker kunnen doortrekken. Hoe zit het bijvoorbeeld met de representatie van …

  • … verschillende huidskleuren?
  • … mensen met een beperking?
  • … verschillende sociaal-economische achtergronden?
  • … mensen van diverse leeftijden?
  • … verschillende talen en/of religies?

Genderinclusief schrijven & taalgebruik

Ook kleine aanpassingen aan ons taalgebruik en onze schrijfstijl kunnen lucratief zijn in functie van een genderinclusieve omgeving. In een tijd waar voornaamwoorden steeds meer van belang worden en het onmogelijk is om gender in vakjes te denken, hoe spring je daar dan met de nodige voorzichtigheid mee om?

Heel wat mensen en organisaties deden reeds een deel van het denkwerk voor ons. De federale overheid kwam zo in 2013 met een brochure voor de dag met als hoofdfocus een genderbewuste communicatie (FOD Kanselarij van de Eerste Minister, 2013). Heel wat tips & tricks worden er laagdrempelig meegegeven. Wablieft, gespecialiseerd in het geven van tekstadvies, lanceerde dan weer zes schrijftips om in te zetten op een genderinclusief taalgebruik op school (Janssens, 2021). Hieronder vatten we ze even voor u samen, telkens met een illustrerend voorbeeld.  

  1. Spreek de lezer aan

Als je een tekst of communicatie in dialoogvorm schrijft, voelt de lezer zich aangesproken en kan je afstappen van jij/zij/hij/die. Zo kan je kiezen voor de neutralere vormen je of u.

Voorbeeld: De student die meer werk doet voor haar/zijn bachelorproef, krijgt betere punten.

Werk je meer voor je bachelorproef? Dan krijg je betere punten.

  1. Kies een genderinclusieve aanhef

Spreek studenten en collega’s aan door je te richten tot hun rol. Vermijd aansprekingen die duiden op geslacht/gender. Weet je niet met welk gender een persoon zich identificeert, speel je best op veilig en kies je voor een neutrale aanspreking of wanneer passend de naam.

Voorbeeld: Dag dames en heren (1), beste mevrouw (2)

Dag iedereen (1), beste aanwezige (2), beste Jo (2)

  1. Gebruik ‘die’

Vaak kan je de voornaamwoorden hij/zij/hun vervangen door die.

Voorbeeld: Uit onderzoek naar online lezen, blijkt dat de lezer wegkljkt als hij/zij na een paar seconden niets relevants vindt.

Uit onderzoek naar online lezen, blijkt dat de lezer wegklikt als die na een paar seconden niets relevants vindt.

  1. Vervang bezittelijke voornaamwoorden door lidwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden zijn vaak overbodig. In dat geval kan je beter voor een lidwoord kiezen.

Voorbeeld: De student maakt zijn/haar examen.

De student maakt het examen.

  1. Ga voor meervoud

Doordat we in het Nederlands geen geslacht moeten kiezen bij meervouden, kunnen we hier gretig gebruik van maken.

Voorbeeld: Een lector moet haar/zijn lessen voorbereiden.

Lectoren moeten hun lessen voorbereiden.

  1. Simpelweg weglaten

In heel wat zinnen kan je het persoonlijk voornaamwoord weglaten.

Voorbeeld: De student krijgt een korte beschrijving die hem/haar uitnodigt om verder over het onderwerp na te denken.

De lezer krijgt een korte beschrijving die uitnodigt om verder over het onderwerp na te denken.

Uiteraard zijn de bovenstaande tips van zowel de overheid als van Wablieft niet uitputtend. Ze kunnen wel een steun bieden bij het kwalitatief vormgeven van onze lespraktijken en de leermiddelen die we inzetten. Ze helpen ons een stap voorwaarts in de inclusieve richting.

Durf erover praten

Tot slot misschien wel het belangrijkste: vermijd de thematiek niet. Werk je bijvoorbeeld intens één op één samen met een student of in kleine groep? Dan is het best oké om naar iemands voornaamwoorden te vragen. Maak het bespreekbaar en wees aandachtig voor de vele misvatting die er leven over deze materie. Zelf goed geïnformeerd zijn is een begin, in de praktijk omzetten een vervolg. We hopen alvast dat deze post een aanzet mag zijn om even stil te staan bij de thematiek.

Wil je je graag verdiepen in deze materie of heb je nood aan wat meer duiding omtrent gender en genderinclusief onderwijs? Dan kan je steeds de leidraad voor een genderinclusieve leeromgeving van Halimi et al. (2018) raadplegen. Daar wordt alles glashelder uitgelegd, een must voor elke onderwijsverstrekker en beleidsmaker in onze superdiverse samenleving van de 21ste eeuw. Deze leidraad vind je hieronder.

Referenties

çavaria. (2011). Genderklik in leermiddelen: Checklist gender- en heteronorm. Klascement. https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/31080/genderklik-in-leermiddelen-checklist-gender-en-heteronorm/

FOD Kanselarij van de Eerste Minister. (2013). De genderchecklist: Een praktische gids voor gendermainstreaming in overheidscommunicatie. https://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/downloads/Genderchecklist.pdf

Halimi, M., Declerq, S. & Consuegra, E. (2018). Gender op school: leidraad voor een genderinclusieve leeromgeving. Politeia.

Janssens, K. (2021, 28 oktober). Duidelijk én genderinclusief schrijven: zes tips van Wablieft. Wablieft tekstadvies. https://www.duidelijketaal.be/post/duidelijk-%C3%A9n-genderinclusief-schrijven

Deze blogtip is een bijdrage van Tim Dierickx, student master pedagogische wetenschappen (Onderwijs- en Vormingswetenschappen) aan KU Leuven en stagiair op de dienst onderwijs.

Kwaliteitsvol evalueren samen met het werkveld: hoe pak je dat aan?

Binnen het lerend netwerk werkplekleren, getrokken vanuit de dienst Onderwijs, stond tijdens het academiejaar ’21-22 het topic “Kwaliteitsvol evalueren samen met het werkveld” centraal. Daarvoor werden twee vergaderingen georganiseerd:

  1. Een toelichting van het Howest toetsbeleid met daarbij de toepassing op evalueren in samenwerking met het werkveld. Daarna kregen de opleidingsvertegenwoordigers de opdracht om hun individuele analyse van hun toetsbeleid i.s.m. het werkveld in groep te bespreken, sterktes en knelpunten te identificeren en vervolgens via intervisie tips & tricks uit te wisselen.
  2. Een “ervaren” opleiding (ic. bachelor Ergotherapie) lichtte toe hoe zij de kwaliteitsvolle evaluatie samen met het werkveld op curriculumniveau aanpakten. Daarna volgde nog een intervisiemoment.

Deze blogpost bevat de belangrijkste bevindingen van deze sessies.

  1. De basis: voldoen aan de kwaliteitsvereisten

Een korte herhaling: kwaliteitsvol evalueren aan Howest is…

Een gelaagd begrip: must haves en nice to haves

Voor een uitgebreide uitleg: https://teachlab.howest.be/index.php/2020/04/14/kader-kwaliteitsvol-toetsen/

2. Evalueren samen met het werkveld = een extra laag in de evaluatie

Wanneer we die kwaliteitsvereisten bekijken, dan kunnen we concluderen dat het binnen de context van werkplekleren vrij evident is om aan de nice to haves (ic. zelfsturing / authenticiteit en betekenisvolheid) te voldoen. Echter, doordat er tijdens het werkplekleren een extra laag bijkomt (nl. een andere context en een andere evaluator), is extra aandacht vereist om aan de must haves (validiteit, transparantie en betrouwbaarheid) te voldoen.

Hieronder vind je de belangrijkste tips om de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie te garanderen binnen een opleidingsteam. Echter is het als opleiding cruciaal dat als het werkveld de studenten mee evalueert, het werkveld ook geïnformeerd is en betrokken wordt bij deze afspraken op opleidingsniveau. Dit kan bijvoorbeeld via een intakegesprek, een infosessie, voldoende tussentijdse opvolging, … bekomen worden.

Voorbeelden

Vervolgens gingen de opleidingen aan de slag om hun eigen evaluatie(beleid) samen met het werkveld in kaart te brengen. Ze gebruiken hiervoor een tool ontwikkeld vanuit het beleidsproject werkplekleren van de dienst Onderwijs.

Analyseoefening: hieronder vind je een mooi voorbeeld van een ingevulde analyseoefening (met dank aan Sylvie Desmet van het graduaat Marketing- en communicatiesupport!) met aangehaalde sterktes en aandachtspunten. Sowieso is dit eens een interessante reflectieoefening om eens te maken als opleiding. Het sjabloon is beschikbaar onderaan deze post.

3. Concrete good practice

Tijdens de tweede sessie stond de good practice van de bacheloropleiding Ergotherapie centraal, gegeven door OC Eveline Van Cauwenberghe. Hieronder vind je de slides van Eveline met heel wat bruikbare tips en tricks op opleidings- en opleidingsonderdeelniveau. (waarvoor grote dank!) Dit kan een inspiratie bieden voor de afspraken binnen jouw eigen opleiding.

We lichten hierbij enkele interessante tips uit:

  • Inventariseer waar en hoe in het curriculum dat je samenwerkt met het werkveld (tip: gebruik hiervoor de WPL-scan en evalueer die jaarlijks zodat die up to date blijft)
  • Hanteer consequent eenzelfde systematische manier van scoren over alle gelijkaardige OLOD’s heen. Zo kiest ergotherapie voor een vaste zespuntenschaal gaande van ruim onvoldoende tot uitmuntend, en zijn de evaluatiecriteria gedragsindicatoren die vertaald werden vanuit de leerdoelen uit het competentietraject. Sommige criteria wegen daarbij sterker door dan andere.
  • Geef de mogelijkheid en ruimte om aanvullende informatie bij de evaluaties te schrijven. Zorg ervoor dat er bij elke scoring ook specifieke voorbeelden uit de praktijk kunnen aangehaald worden die deze toegekende score onderschrijven.
  • Neem de tijd om de stakeholders (zowel studenten als werkveld!) uitgebreid te informeren omtrent de manier van evalueren. Dit kan bv. via een infomoment. Voorzie daarbij ook een leidraad op papier die men eens op het gemak kan nalezen
  • Durf de stakeholders (zowel studenten als werkveld) te betrekken bij het opstellen en optimaliseren (en eventueel bijsturen) van de evaluatiecriteria. Zij kunnen als ervaringsdeskundige waardevolle feedback leveren hieromtrent.
  • Laat student en werkveld de documenten op voorhand invullen en kom tijdens de (tussentijdse) evaluatie tot een document dat het resultaat is van een consensus is tussen beide partijen.
  • Maak afspraken op opleidingsniveau omtrent de opvolging en evaluatie van de studenten. Bouw (eventueel extra) tussentijdse evaluaties in en houd vinger aan de pols bij de studenten waar het moeilijker loopt.
  • De eindscore is niet het doel op zich, maar een optelsom van de evaluatiecriteria en de weging hiervan die eraan achterliggend is. De opleiding blijft degene die de finale score toewijst.
  • Evalueer op regelmatige wijze of de evaluatiecriteria alle competenties voldoende SMART meten en afdekken (liefst jaarlijks). Doe daarvoor kalibratieoefeningen met het team waarbij je ‘zeer goede’, ‘goede’ en ‘onvoldoendes’ door meerdere paar ogen laat bekijken.

Meer weten?

Wil je hiermee aan de slag gaan in jouw opleiding en wens je hierbij ondersteuning van de dienst Onderwijs? Of heb je interesse om deel te nemen aan het lerend netwerk werkplekleren? Contacteer gerust stefanie.sercu@howest.be

Bronnen

  • Leidraden dienst onderwijs omtrent kwaliteitsvol toetsen, raadpleegbaar via deze link: Kwaliteitsvol toetsen
  • Sjabloon analyseoefening kwaliteitsvol evalueren i.s.m. werkveld:

Gesegmenteerde feedback over opdrachten heen via Leho

Nu we enkele weken ver zijn in het semester, kan het nuttig zijn om de studenten al wat feedback te geven. Als voorbeeld nemen we een flip-the-classroom module waar er wekelijks kleine, vrijblijvende quizzes zijn: de student neemt zelf de theorie en basiskennis door en kan zichzelf testen met de quizzes. De quizzes kunnen ze onbeperkt maken, de vragen worden willekeurig per onderwerp gekozen uit een grote vragenbank.

Na enkele weken geven we de studenten feedback, en we delen ze hiervoor in in 3 categorieën:

  • de groep die nog (bijna) geen quizes heeft opgelost: krijgt een bericht om zo vlug mogelijk in te halen.
  • de groep die lage scores heeft: wordt aangeraden om tijdens de lessen, die omgevormd zijn tot monitoraat – Q&A sessies – werkcolleges, meer vragen te stellen.
  • de groep met scores rond de helft: krijgt een bericht om toch nog een klein tandje bij te steken, of om ook tijdens de lessen niet te aarzelen.
  • de groep met hoge scores: krijgt een bericht dat ze heel goed bezig zijn (en bij uitbreiding om actief de medestudenten te helpen).

De ervaring leert dat een groot deel van de studenten deze berichten, die we doorgaans elke 3 weken sturen, wel weet te smaken en dat we er wel wat weten te (re)activeren met deze kleine berichtjes.

De praktische vragen hierbij voor een lector, over hoe dat aan te pakken, zijn:

  1. hoe stuur je een bericht per segment vanuit LEHO?
  2. hoe kun je over verschillende opdrachten heen berichten per segment sturen (vanuit LEHO)?

(De concrete inhoud van de berichten laten we aan de docent of lector zelf over)

Gesegmenteerde berichten per opdracht

In LEHO kun je per gegeven opdracht berichten sturen naar studenten gefilterd op specifieke categorieën:

  • Nog niet ingediend: studenten die de opdracht nog niet hebben ingediend (zelfs als ze handmatig een cijfer hebben gekregen).
  • Nog niet beoordeeld: studenten van wie de opdracht nog niet beoordeeld is (al dan niet ingeleverd).
  • Minder dan een bepaalde score: studenten die minder dan het opgegeven cijfer voor hun opdracht hebben behaald.
  • Meer dan een bepaalde score: studenten die meer dan het opgegeven cijfer voor hun opdracht hebben behaald.

Zie ook deze meer uitgebreide tutorial over data-gestuurde communicatie

Gesegmenteerde berichten over opdrachten heen

Als je wilt filteren op basis van de performantie over een aantal weken, en dus opdrachten, heen, dan is er geen standaard-oplossing in LEHO om dat te gaan doen. Echter, met de nodige handigheid kunnen we daaromheen werken en kunnen we berichten aan onze studenten over opdrachten heen segementeren:

  1. Exporteer de puntenlijst
  2. Importeer de puntenlijst in een spreadsheet (Excel, Google Sheets, …)
  3. Maak manueel een nieuwe opdracht aan (een nieuwe kolom)
  4. Maak in die kolom het gemiddelde (of andere logica) over de gewenste kolommen heen
  5. Sla het resultaat op als .csv
  6. Importeer terug in LEHO
  7. Op de nieuw aangemaakte kolom kun je nu wel filteren, gesegmenteerde feedback geven etc.

Andere relevante blogposts

Data-gestuurd coachen

Coach je studenten vanuit Leho via het cijferboek

Een portfolio op opleidingsniveau aan de hand van de Portfoliumtool!

Ben je op zoek naar een instrument om studenten te begeleiden doorheen het opleidingsprogramma? Wil je de leerresultaten inzichtelijk maken? Wil je reflectie op een gestructureerde manier aanpakken? Of wil je zelfregulerend leren stimuleren? Ben je zoekende naar een tool die studenten kunnen gebruiken om hun werken te verzamelen? Ben je op zoek naar een tool om de competentie-ontwikkeling tijdens het werkplekleren inzichtelijk te maken?

Wanneer je in de opleiding met één van bovenstaande vragen zit, dan kan een portfolio een mogelijk een antwoord bieden!

Sinds november 2020 is een nieuwe tool gekoppeld aan Canvas, namelijk Portfolium. Aan de hand van deze portfolio tool kunnen studenten hun opdrachten en werken centraliseren, en later ook gaan presenteren aan toekomstige werkgevers of stageplaatsen.

Enkele mogelijkheden van de tool staan hieronder opgelijst.

  • De tool is geïntegreerd in Canvas. Opdrachten en taken vanuit Canvas kunnen dus rechtstreeks in het portfolio worden toegevoegd.
  • Een pluspunt is dat een student ook na afstuderen een beroep kan doen op zijn portfolio via export of permanente toegankelijkheid. Het portfolio is gekoppeld aan de leeromgeving, maar staat daar ook los van en blijft beschikbaar.
  • Een student kan aan externen toegang verlenen tot zijn portfolio (of een deel daarvan).
  • Een student kan zijn portfolio linken aan andere professionele netwerken bv. LinkedIn.
  • Portfolium laat toe om een diversiteit aan opdrachten bv. documenten, audio-visuele werkstukken, fotoreportages mooi weer te geven én om een combinatie van werkstukken in één opdracht te integreren.

Leidraad op opleidingsniveau

Daarnaast ontwikkelde de werkgroep ook een leidraad  ‘portfolio op opleidingsniveau’. Deze leidraad dient als handvat voor de opleiding om een portfoliobeleid uit te werken op opleidingsniveau.

Het document staat stil bij de belangrijke elementen waarvoor je oog moet hebben om een portfolio te integreren in de opleiding. De leidraad start met de contextschets, gevolgd door een stappenplan om een portfolio te integreren op opleidingsniveau. Dit is een eerste en belangrijke stap vooraleer je het portfolio gebruikt in de praktijk.

Leidraad en leerpad raadplegen?

Om lectoren en studenten wegwijs te maken met de Portfolium-tool ontwikkelde de werkgroep een leerpad op Leho. Het leerpad en de bijhorende leidraad kunnen via deze weg geraadpleegd worden.

De SharePoint van dienst onderwijs wordt aangevuld met good practices over de portfolio-uitrol enerzijds en activiteiten verbonden aan portfolio (reflectie, evaluatie…) anderzijds. Neem zeker een kijkje!

Indien jullie met de opleiding zelf interessante praktijkvoorbeelden hebben of aan de slag willen met de tool, neem dan zeker contact op (janne.verhaeghe@howest.be).

Andere relevante blogtips?

Een leer-, evaluatie- of showcase instrument: Driemaal portfolio!

Wat is differentiatie?

Onze studentenpopulatie kent een grote diversiteit: studenten verschillen van elkaar in interesses, talenten, voorkennis, culturele achtergrond, denkvaardigheden, zelfredzaamheid, sociale omgang, affectieve vaardigheden, enz. Dat maakt het leerproces uniek voor elke student, maar maakt het voor jou als lector soms een pittige uitdaging om les te geven.

Volgens het model van Struyven et al. (2019) onderscheiden we volgende soorten differentiatie:

  • Externe differentiatie: differentiatie op het niveau van de onderwijsinstelling en/of opleiding(en). Hierbij komt extra onderwijskundige en praktische organisatie bij kijken (bv. aangepaste roostering, aangepaste begeleiding en evaluatie, begeleidingsdocumenten, etc.). Dergelijke vormen van differentiatie worden dus best ruim op voorhand voorbereid, in samenspraak met de opleidingsdirecteur en de dienst onderwijs. Bv. een honoursprogramma waarbij een project in samenwerking met het werkveld een of meerdere OLODs vervangt (bv. honoursprogramma in Hangar K met de opleidingen Devine, IPO en DAE).
  • Interne differentiatie: differentiatie op lesniveau door als lector proactief in te spelen op verschillen tussen studenten.
    • Inhoud: in de doelstellingen;
    • Proces: binnen de aspecten van een krachtige leeromgeving: de leerinhouden, didactische werkvormen, media/onderwijsleermiddelen, groeperingsvormen en/of opvoedingsrelatie;
    • Product: op vlak van evaluatie.

Binnen deze drie aspecten kun je gaan differentiëren op vlak van niveau (verschillen in cognitieve vaardigheden: bv. intelligentie, metacognitieve vaardigheden, leervoorkeuren), tempo (verschillen in de snelheid van verwerving en/of verwerking van leerstof) en interesses.

Interne differentiatie is dus gerelateerd aan elk onderdeel van het didactisch model van De Corte (Standaert, 2012): de beginsituatie, doelstellingen, onderwijsleeromgeving (didactische werkvormen, opvoedingsrelatie, leerinhouden, media) en evaluatie.

Hoe leer je jouw studenten professioneel e-mailen?

Al even terug werkte de cel Taalbeleid een e-mailcharter uit voor Howest. Elk jaar verspreidt de dienst Communicatie een voorbeeld-e-mail en bijhorende checklist aan elke student via de steekkaarten tijdens de kick-offweek. Maar hoe breng je dat materiaal effectief tot bij je studenten? En hoe zorg je ervoor dat ze er gebruik van maken, zeg maar, de richtlijnen toepassen? Daarvoor hebben ze jou nodig, en niet te vergeten: je team!

Wat kan je doen?

Deze activiteit kan je organiseren in de kick-offweek. Of kijk in welk opleidingsonderdeel je een uurtje vrij hebt om je studenten te leren e-mailen. Hier staat een eenvoudige introductieles voor je klaar die je naar eigen goeddunken kan aanpassen op maat van je opleiding.

Waarom je studenten leren e-mailen?

Professioneel communiceren per e-mail is voor elke opleiding nuttig. We versturen en lezen allemaal wel een hoop e-mails per dag en hebben er baat bij als die zo helder mogelijk zijn want dan verliezen we geen tijd. Bovendien is een e-mail ook een uithangbord van je organisatie, bijvoorbeeld van je opleiding en van Howest.

Hoe doe je het?

Al doende leren studenten vlot. Je geeft je studenten een oefening waarmee ze in een levensechte situatie leren om een e-mail te schrijven. Wellicht zullen de meesten denken dat ze dat al kunnen. Laat hen eerst het voorbeeld op de steekkaarten grondig bekijken. Bespreek het eventueel met hen.

Ze schrijven in de les een e-mail naar een medestudent die een bepaalde functie in de oefening vervult, maar vooraleer ze de mail versturen, moeten ze die grondig nalezen op basis van de checklist in de steekkaarten. Dat lijkt eenvoudig, maar je begeleidt je studenten daar best even bij. Laat hen bijvoorbeeld grondig naar de onderwerpregel kijken, of naar de aanspreking. Staan er geen typefouten in de mail? Is er een afsluitende groet? Vergeten ze naam en functie niet? Enzovoort. Daarna versturen ze hun mail naar de geadresseerde. Ook die student, de ontvanger dus, leest de e-mail na via de checklist.

Na afloop vraag je van enkele studenten die dat willen doen om hun mailtjes door te sturen naar jouw mailbox. Je projecteert die en bespreekt die op het einde van je les aan de hand van de checklist. Wat hebben die studenten goed gedaan? Wat liep moeilijker? Op die manier sluit je af met enkele tips voor succesvolle en professionele e-mails.

Wat is dan de rol van je team?

Eenmaal je studenten deze les gekregen hebben, komt je team op de proppen. Je zorgt ervoor dat je teamleden goed op de hoogte zijn van wat in de e-mailchecklist staat. Als studenten mailen naar een van je teamleden, is het belangrijk dat elk teamlid de eerste weken reageert met een standaardmail als de mail niet professioneel is volgens de richtlijnen. Wedden dat je studenten binnen de maand met succes degelijk e-mailen? En nog een bijkomend voordeel: ook je teamleden zullen discussiëren over wat nu een degelijke e-mail is!

Andere relevante blogposts

Leer je studenten schrijven

Volledig digitaal alternatief voor de ‘Orientation Week’

Praktijkvoorbeeld uit de opleiding Educatieve Bachelor Secundair Onderwijs

De Orientation Week voor buitenlandse studenten krijgt een corona-proof, volledig digitaal alternatief! Een inspirerend voorbeeld van hoe je kennismaking en groepsgevoel ook online kan aanwakkeren.

Jaarlijks worden de binnenkomende buitenlandse studenten in Kortrijk en Brugge bij aanvang van het nieuwe semester verwelkomd tijdens de zogenoemde ‘Orientation Week’. De week wordt georganiseerd door International Office. De tweedejaars Engels van de Educatieve Bachelor Secundair Onderwijs nemen hierbij de begeleiding van de studenten op zich. Ze maken de buitenlandse studenten zo in sneltempo volledig wegwijs in hun nieuwe stad en campus.

Omdat dit jaar een nogal bijzonder jaar genoemd kan worden en er onder andere een aanzienlijk deel van de inkomende studenten uit landen in een oranje of rode Corona-zone komen,  werd snel beslist om alle risico’s te vermijden en er deze keer een volledig digitale editie van te maken. Zeker een uitdaging voor de organisatie, maar één die ze met veel goesting aangingen!

Hier een korte opsomming van de geplande activiteiten voor de week van 14-18 september:

Digitale infosessies en presentaties: Microsoft Teams, live zodat interactie mogelijk is en vragen snel gesteld kunnen worden. Alle digitale sessies worden ook opgenomen voor later gebruik. Een van de presentaties zal bijvoorbeeld gaan over de Belgische verkeersregels en zal op een typisch studentikoze manier verlopen.

Virtueel kennismakingsspel: Microsoft Teams of ander medium, eventueel wordt er gewerkt met breakout rooms en een shuffle-systeem om in kleinere groepen te kunnen werken. Ook heeft de digitale editie als voordeel dat de studenten uit Brugge en Kortrijk makkelijker contact kunnen maken met elkaar. De digitale tools kunnen aangewend worden om de verschillende groepen samen te brengen. Zo wordt er een Whatsapp- en een besloten Facebookgroep opgestart waarin alle betrokkenen terecht kunnen.

Digitale buddies: Jaarlijks fungeren vrijwilligers als buddies om individuele studenten te begeleiden. Dit jaar zullen deze ook digitaal bij de verschillende activiteiten aansluiten. Whatsappen en (video)chatten zal dagelijkse kost worden.

Virtual Bruges City Tour: Virtuele tour door Brugge en Kortrijk waarin niet enkel de toeristische trekpleisters aan bod komen, maar vooral het studentenleven en heel praktische zaken zoals “waar vind ik een supermarkt, bakker, apotheek, bib, plaatsen om uit te gaan, etc.” De tour gebeurt in de vorm van een filmpje en een presentatie met toelichting. Eventueel wordt hier ook een spel aan gekoppeld (Trivial Pursuit).

Virtual Campus Tour: De begeleidende studenten maken een filmpje met hun smartphone of tablet waarin ze de buitenlandse studenten op ludieke wijze en virtueel op sleeptouw nemen doorheen de verschillende campussen in Brugge en Kortrijk.

Happy Hour: Op het einde van de week wordt er afgesloten met een virtuele borrel waarbij de hapjes aan de studentenkamers worden geleverd. Ook de buddies en de begeleidende studenten Engels zullen hiervan mogen genieten. Want “samen uit, samen thuis!”

Eventuele uitdagingen?

  •  In sommige landen is het op dit moment moeilijk om vluchten te vinden naar België. Sommige studenten zullen wellicht dus nog onderweg zijn of geen toegang hebben tot internet bij aanvang van de Orientation Week. Daarom worden alle presentaties opgenomen zodat ze die in uitgesteld relais kunnen bekijken.
  • Een aantal van de hoogtepunten van voorbije jaargangen zullen dit jaar helaas niet plaatsvinden: zo zal er deze keer wellicht geen plechtig ontvangst met hapje en drankje mogelijk zijn in de prachtige gotische zaal van het Brugse stadhuis, maar wie weet tekent de burgemeester wel online aanwezig? Een andere mogelijkheid is dat er op latere datum nog een officieel ontvangst plaatsvindt.

Meer weten?

Deze blogtip kwam tot stand dankzij de input van Nicolas Slabbinck ( ector Engels en communicatieve vaardigheden in de educatieve bachelor secundair onderwijs) en zijn studenten. Neem contact op met nicolas.slabbinck@howest.be voor meer informatie.

Andere relevante blogtips?

Online community building in de opleiding DAE

Online communitybuilding in de opleiding DAE

De opleiding DAE heeft reeds heel wat initiatieven opgezet om communitybuilding bij hun studenten te realiseren. De lockdownperiode maakte deze nood aan communitybuilding enkel maar groter. Bestaande fysieke initiatieven werden dan ook aangepast naar online initiatieven. In deze blogpost geven we jullie ter inspiratie graag een overzicht van de diverse initiatieven.

Discord voor de cursussen en studentencommunicatie

De opleiding gebruikt het Discord-platform om te communiceren met hun studenten. Dit platform maakt onder andere webinars, individuele coaching en discussiegroepen mogelijk. (Let op: vanuit de dienst onderwijs is er geen ondersteuning voor dit platform). Elk opleidingsonderdeel heeft een eigen Discord-omgeving, geleid door een lector. Via deze weg kunnen studenten gemakkelijk vragen stellen over de cursus aan hun lector en medestudenten en krijgen ze snel een antwoord.

Daarnaast zijn er aparte Discord-omgevingen voor meer informele communicatie onder studenten. Deze worden geleid door de studenten zelf en bevatten discussiegroepen met verschillende topics. In de Study night discord stellen studenten elkaar vragen rond algemene studietips of moeilijke topics. In de Freetime discord komen topics aan bod los van de opleiding. Bijvoorbeeld rond gaming.

Voor de paasvakantie werd een aparte Discord-omgeving (Easter discord) opgericht. Hierin planden verschillende lectoren livestreams in rond ludieke topics, zoals kookworkshops of een “schilder”workshop. Wie zich ook graag eens waagt aan een digitaal Bob Ross schilderij, neem een kijkje op: https://www.youtube.com/watch?v=cDnHOy-2Dtc&feature=youtu.be (lector: Goedele Godfroid)

Digitaal samenwerken en coachen

Praktijkvoorbeeld uit Project I van de opleiding Toegepaste Informatica

In deze blogpost lichten we toe hoe in Project I van de opleiding Toegepaste Informatica werd omgegaan met de omschakeling naar volledig online onderwijs tijdens de lockdownperiode. In Project I werken de studenten in een team aan het digitaliseren van een spel. Dit jaar was dit het bordspel Alhambra. Samenwerking en communicatie zijn de competenties waar heel hard wordt op ingezet binnen dit project, naast het effectief in staat zijn iets te realiseren op een kwalitatieve manier (process als puur technisch).

Online leren ondersteunen met behulp van een uurrooster

Of het nu gaat om volledig afstandsonderwijs of blended onderwijs met een groot aandeel online verwerkingstijd, voor beiden is het belangrijk om de studenten ook online voldoende ondersteuning te bieden. Een klassiek uurrooster valt voor deze studenten vaak weg. Daardoor missen de studenten niet enkel de ondersteuning van de lector en hun medestudenten tijdens de fysieke contactmomenten op de campus, maar dreigen ze ook sturing te missen rond aan wat ze best wanneer werken of hoeveel tijd ze aan een onderdeel dienen te besteden. Het inroosteren van de online leeractiviteiten werkt hierin ondersteunend.

Dit bleek ook uit de studentenbevraging rond het online leren tijdens de periode van lockdown van maart tot mei 2020:

“Ik heb gemerkt dat het belangrijkste voor mij ‘duidelijkheid’ is over wat er verwacht wordt, wanneer online lessen plaatsvinden en wat er verwacht wordt aan voorbereiding”

“Ik had nood aan meer ondersteuning bij het maken van een zelfstudieplanning, een voorbeeldplanning van waar ik al zou moeten zitten. Soms heb ik het gevoel dat ik achter loop en dat ik teveel aan het doen ben voor andere vakken”

In de leidraad “Blended leren op programmaniveau” verwijzen we naar dit ‘Collectief Online Leren’ met de afkorting COL-uren. De COL-uren zijn online lesblokken gekoppeld aan specifieke opleidingsonderdelen die eveneens ingeroosterd worden in het uurrooster.

Kenmerken van COL:

  • Bieden van structuur, ondersteuning en extra verbondenheid voor de studenten tijdens het online leren.
  • De invulling kan divers zijn. Het kan bijvoorbeeld gaan om zelfstudietijd voor de studenten, waarbij ze aan de slag gaan met het aangeboden materiaal (syllabus, video-opnames, zelftests, discussieforum…), het werken aan individuele of groepsopdrachten, live webinars.
  • De lector is tijdens deze momenten ook online beschikbaar om bijvoorbeeld vragen te beantwoorden, feedback te geven, te coachen.
  • Het groepsgevoel kan worden versterkt doordat alle studenten aanwezig zijn in bijvoorbeeld een Teams-ruimte, waarbij ze elkaar kunnen zien (als ze hun webcam willen delen) of met elkaar kunnen chatten. Weten dat ze niet alleen aan het werk zijn, werkt vaak stimulerend.

Hoeveel COL-uren je voor jouw opleidingsonderdeel toegewezen zal krijgen en wanneer deze zullen vallen, zal op opleidingsniveau en samen met de roosteraars bepaald worden. Eens dit vastligt, kan je verder nadenken over de invulling van jouw COL-uren.

Praktijkvoorbeeld Toerisme en recreatiemanagement

De opleiding Toerisme en recreatiemanagement werkt reeds langer met een online uurrooster. Een voorbeeld van hun uurrooster voor de bachelorproef zien jullie hieronder.

Via de kleurcodes krijgen de studenten snel een overzicht wanneer er van hen zelfstudie verwacht wordt, wanneer ze aan een taak dienen te werken en wanneer er live sessies gepland staan (vragensessie, individuele feedback, groepsgesprek). In het grijs staan de deadlines vermeld.

Het volledige document kunnen jullie hieronder raadplegen.

De live sessies in het voorbeeld zorgen ervoor dat vragen gebundeld worden en dat je als lector niet continu beschikbaar dient te zijn voor vragen. De planning is, op de deadlines na, vrijblijvend, maar de opleiding ervaarde wel dat de meeste studenten dit een handig hulpmiddel vonden en deze planning dan ook volgden.

Aanvullingen

Aanvullend op dit rooster zou de verbondenheid van de studenten nog verhoogd kunnen worden door tijdens de zelfstudiemomenten en het werken aan de opdrachten ook een virtuele ruimte (bvb. Vergaderingen of Teams) ter beschikking te stellen waar studenten elkaar kunnen zien en elkaar vragen kunnen stellen.

“Een idee misschien om studenten te stimuleren om te blokken zou zijn om met digitale sessies te werken waar we kunnen inpluggen, hoeft niet met webcam maar waar we samen kunnen blokken, weten dat anderen hier ook zijn, dat ze er aan begonnen zijn, stimuleert om zelf ook te werken”

Deze blogtip biedt je meer informatie over hoe je zo’n virtuele community kan creëren.

Je gaat ook best na of je het online uurrooster niet te vol plant. Schermtijd is vaak extra intensief in vergelijking met het fysiek bijwonen van lessen.

Meer weten?

Wil je meer weten over het organiseren van COL-uren dan kan je hiervoor terecht bij de OC van je opleiding of je onderwijsondersteuner.