Wat is differentiatie?

Onze studentenpopulatie kent een grote diversiteit: studenten verschillen van elkaar in interesses, talenten, voorkennis, culturele achtergrond, denkvaardigheden, zelfredzaamheid, sociale omgang, affectieve vaardigheden, enz. Dat maakt het leerproces uniek voor elke student, maar maakt het voor jou als lector soms een pittige uitdaging om les te geven.

Volgens het model van Struyven et al. (2019) onderscheiden we volgende soorten differentiatie:

  • Externe differentiatie: differentiatie op het niveau van de onderwijsinstelling en/of opleiding(en). Hierbij komt extra onderwijskundige en praktische organisatie bij kijken (bv. aangepaste roostering, aangepaste begeleiding en evaluatie, begeleidingsdocumenten, etc.). Dergelijke vormen van differentiatie worden dus best ruim op voorhand voorbereid, in samenspraak met de opleidingsdirecteur en de dienst onderwijs. Bv. een honoursprogramma waarbij een project in samenwerking met het werkveld een of meerdere OLODs vervangt (bv. honoursprogramma in Hangar K met de opleidingen Devine, IPO en DAE).
  • Interne differentiatie: differentiatie op lesniveau door als lector proactief in te spelen op verschillen tussen studenten.
    • Inhoud: in de doelstellingen;
    • Proces: binnen de aspecten van een krachtige leeromgeving: de leerinhouden, didactische werkvormen, media/onderwijsleermiddelen, groeperingsvormen en/of opvoedingsrelatie;
    • Product: op vlak van evaluatie.

Binnen deze drie aspecten kun je gaan differentiëren op vlak van niveau (verschillen in cognitieve vaardigheden: bv. intelligentie, metacognitieve vaardigheden, leervoorkeuren), tempo (verschillen in de snelheid van verwerving en/of verwerking van leerstof) en interesses.

Interne differentiatie is dus gerelateerd aan elk onderdeel van het didactisch model van De Corte (Standaert, 2012): de beginsituatie, doelstellingen, onderwijsleeromgeving (didactische werkvormen, opvoedingsrelatie, leerinhouden, media) en evaluatie.

Waarom ga je differentiëren?

Differentiatie kan volgende doelstellingen hebben:

  • Een verhoogde leermotivatie bekomen (‘goesting’) bij jouw studenten;
  • Een hogere leerwinst bekomen bij studenten: een leereffect op (meta)cognitief, sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak;
  • Een hogere leerefficiëntie bekomen: kosten/baten van energie van lector én student.

Waarmee houd je best rekening bij differentiatie?

Differentiatie in Howest gebeurt aan de hand van de 3 P’s[1]:

  • Proactief: de lector anticipeert en herkent mogelijke verschillen tussen studenten.
  • Positief: de lector erkent de verschillen tussen studenten, ziet deze als een opportuniteit en onderneemt actie om deze te benutten binnen de lespraktijk;
  • Planmatig: differentiatie gebeurt op een doordachte manier, met duidelijke doelstellingen die consequent worden gehanteerd.

Hieronder vind je 6 speerpunten die belangrijk zijn bij differentiatie
Deze speerpunten zijn gelinkt aan de aspecten van een krachtige leeromgeving en instructional design, maar worden specifiek toegelicht binnen de context van differentiatie.

  • Beginsituatie als vertrekpunt: om te kunnen differentiëren moet je weten wat de relevante studentenkenmerken zijn alsook de relevante onderwijskenmerken in kaart brengen (zie verder). De focus ligt hierbij op het creëren van een krachtige leeromgeving voor leerproces van studenten. Doel hierbij is dat studenten werken op het niveau van complexiteit dat nét buiten hun ‘comfortzone’ ligt (in de literatuur de zone van naaste ontwikkeling).
  • Doelstellingen als kompas: jouw doelstellingen zijn het vertrekpunt, maar ook een houvast doorheen het hele differentiatieproces. Ze zijn ook jouw gids bij de evaluatie. Een kwaliteitsvol curriculum plannen doe je met het einddoel in het achterhoofd, m.a.w. definiëren wat je wil zien bij studenten aan het einde van een les(senreeks). Dit doe je a.d.h.v. het competentieprofiel en het competentietraject[1] van de opleiding.
  • Positieve mindset: vertrek vanuit de verschillen van studenten op een positieve manier: beschouw de diversiteit onder de studenten als een meerwaarde voor jouw onderwijspraktijk.
  • Motivatie = leren: studenten – en bij uitbreiding iedereen – zijn op zoek naar bevestiging, uitdaging, willen bijdragen aan iets (zinvolheid). Door te zoeken naar taken die aansluiten hierbij, speel je in op de motivatie, wat bevorderend werkt.
    Motivatie is het begin van alle leren, of beter gezegd: zonder motivatie wordt er niet geleerd. Het belangrijkste doel van differentiatie is daarom een verhoogde leermotivatie (‘goesting’), leerwinst (leereffect op (meta)cognitief, sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak) en/of leerefficiëntie (kosten/baten van energie van lector én student) te komen.
  • Evaluatie en feedback, feedback en nog eens feedback: permanent evalueren, zowel formatief (niet-beoordelend) als summatief (beoordelend) en zowel op het niveau van het proces als product (eindresultaat), en dit op verschillende manieren, levert een schat aan informatie voor jou als lector maar ook de studenten. Informatie die op zich opnieuw input geven voor het verdere leerproces van studenten en voor het verdere ontwerp van je onderwijspraktijk. Communication is key! Feedback moet er zijn langs beide kanten: jij communiceert naar studenten (wat zijn de doelstellingen? Wat ga je evalueren? Wat is het verloop van het OLOD? Wanneer krijgen studenten feedback, hoe gebeurt dit? Wat en wanneer wordt er geëvalueerd?), maar zij leveren ook belangrijke feedback aan jou (Waar staan ze op dit moment? Waar willen ze naartoe? Hoe ervaren ze deze aanpak?) die input geeft voor de verdere aanpak binnen jouw OLOD. Creëer dus een open klimaat om deze wisselwerking te bekomen.
  • Flexibel en veelzijdig maar efficiënt: creëer een veelzijdig aanbod aan werkvormen en groeperingsmogelijkheden voor studenten, maar houd het werkbaar voor jou: de kosten en baten moeten in evenwicht zijn. Differentiatie zou jouw werk op lange termijn efficiënter moeten maken.
  • Community building: zoek naar manieren waarbij je een veilige leeromgeving of leerklimaat kan creëren voor studenten, waar ze zich veilig, geaccepteerd en ondersteund voelen. Waar iedereen elkaar op een respectvolle manier behandelt, helpt om productief te zijn en mee deelt in elkaars succes. Het is belangrijk dat studenten voelen dat ze een belangrijke rol spelen in dergelijke learning community, waarin ze een stem (kunnen) hebben en verantwoordelijkheden durven opnemen.

Misschien ben je wat overweldigd door de pedagogische termen en modellen die vaak gepaard gaan met differentiatie. Toch kun je ook met kleine acties en/of aanpassingen dikwijls het verschil maken. Wie weet doe je als lector al heel veel aan differentiatie zonder dat je het beseft? Hiervoor verwijzen we graag naar de checklist differentiatie in het leerpad onderwijsprofessionalisering.

Benieuwd naar meer?

In volgende blogposts gaan we met praktijkvoorbeelden in op HOE je nu precies gaat differentiëren volgens de verschillende aspecten van het didactisch model.
3, 2, 1 differentiëren

Vragen? Contacteer stefanie.sercu@howest.be

Bronnen

Coubergs, C., Struyven, K., Gheyssens, E., & Engels, N. (2015). Het BKD-leer-krachtmodel: binnenklasdifferentiatie realiseren in de klas. Impuls, 45(3), 151-159.
Schoolmakers (2020). E-course leren differentiëren.
Standaert, R., Troch, F., Peeters, I., Stroobants, I. (2012). Leren en onderwijzen: inleiding tot de algemene didactiek.(6dedruk). Leuven: Acco.
Struyven, K., Coubergs, C., Gheyssens, E. & Engels, N. (2015). Ieders leer-kracht. Binnenklasdifferentiatie in de praktijk. Leuven: Acco.

Andere interessante blogtips

Hoe je een activerend feedbackgesprek houdt, lees je hier