Activerend feedbackgesprek na een evaluatie

Wat is het?

Een feedbackgesprek vindt traditioneel plaats na een beoordeling (een examen of een opdracht). Dit gesprek is de uitgelezen kans voor een student om informatie te krijgen over de volgende drie aspecten:

(1) Wat waren de verwachtingen?

(2) Hoe heb ik het gedaan t.a.v. die verwachtingen?

(3) Op welke manier kan ik vooruit?

Waarom is het belangrijk?

Tijdens zo’n feedbackgesprek ben jij als docent het meest aan het woord. Jij hebt namelijk de correcties gedaan en je informeert de studenten over hun prestaties.

Feedback blijft echter meer plakken wanneer je studenten uitdaagt om zelf na te denken én wanneer er dialoog aanwezig is. Door de student actief te betrekken bij de feedback krijg je concrete handvaten om een feedbackgesprek in twee richtingen te voeren.

Hoe doen?

Je kan op verschillende manieren de student activeren tijdens een feedbackgesprek. Een aantal opties:

A. Proactieve feedback bij een beoordeling

– Laat studenten op het examen of de opdracht aanduiden in welke mate ze denken dat ze succesvol zijn geweest. Op een examen kan je bv. op het einde vragen voor welke delen of vragen men ‘vreest’ en welke vragen/delen succesvol zullen zijn. Op een opdracht kan je bv. studenten zelf sterke en zwakke punten laten aanduiden in hun opdracht. Of je kan vragen welk soort feedback ze willen bij het indienen.

Communiceer goed dat deze inschattingen niet meetellen voor punten maar dat ze dienen voor een gericht feedbackgesprek. Op basis van deze input heb je concreet materiaal voor het feedbackgesprek.

Bv. Een student schat zich overal laag in maar slaagt toch. Dit kan wijzen op faalangst.

Bv. Een student schat zich overal laag in en slaagt niet. Hier kan je vragen waarom dit resultaat voor de student geen verrassing is. Heeft hij/zij te weinig gestudeerd of heeft hij/zij geen idee op welke manier deze module aan te pakken?

Bv. Een student schat een aantal vragen hoog in maar heeft ze foutief beantwoord. Ook deze tegenstelling kan je terugkoppelen naar de student en hem/haar vragen hoe dit komt?

B. Actieve feedback na de beoordeling

Ook tijdens het feedbackgesprek kan je de student activeren door de manier waarop je een feedbackgesprek opbouwt. De volgende stappen kan je hierbij nemen.

(1) Start met een vraag aan de student.

Voorbeeldvragen:

– Was dit resultaat zoals verwacht? Wat had je wel of niet verwacht? Waarom denk je dat je dit niet goed hebt? Hoe ga je hiermee aan de slag?

Op deze manier leg je het denkproces bij de studenten terug. Je zal gauw merken of een student zijn prestaties goed kan inschatten of niet. Dit is het startpunt voor jouw feedbackgesprek.

(2) Activeer je student na het geven van je feedback.

Feedback is soms veel om te verteren voor een student. Het is aan te raden om je feedback af te ronden met een activerende opdracht. Vraag aan de student welke drie feedbackcommentaren vooral blijven hangen en hoe ze hiermee aan de slag kunnen gaan. Je zal gauw merken of studenten er inderdaad de belangrijkste zaken kunnen uithalen. Indien niet, dan kan je nog bijsturen.

(3) Sluit af met een resultaatsverbintenis.

Feedback komt idealiter onmiddellijk voor de feitelijke herkansing. Dit is echter niet haalbaar in de praktijk. Daag studenten daarom uit om concrete actiepunten te koppelen aan de gekregen feedback. Laat ze deze actiepunten noteren op papier zo hebben ze deze informatie nog nadien. Voorzie wel blaadjes papier en balpen zo is er geen ontkomen aan.

Wist je dat…

Je ook tijdens je onderwijsproces heel wat feedback kan geven TERWIJL je lesgeeft? Kijk voor meer informatie op de blogtip “effectieve feedback geven”

je studenten best voorbereidt op het krijgen van feedback? Kijk voor meer informatie op de blogtip “Leer je studenten feedback ontvangen”