Meet wat je moet meten: open vragen opstellen

Wat is het en waarom belangrijk?

Een belangrijk kenmerk van kwaliteitsvol toetsen is de manier waarop de opdracht of het examen wordt opgesteld. Denk bv. aan moeilijke zinsconstructies of dubbelzinnige vragen die misschien eerder het taalbegrip van een student meten dan wel zijn of haar inhoudelijke kennis/vaardigheden of competenties. Met een aantal simpele redactietips kan je jouw vraagstelling verscherpen en dus de betrouwbaarheid van je toets/opdracht verhogen.

Algemene tips

  • Stel een positieve vraag. Verwoord vragen op een positieve manier, om een ontkennende vraag te beantwoorden moeten studenten een taaltruc toepassen. Ze moeten namelijk de ‘negatieve’ vraag eerst positief maken en dit kan verwarrend zijn.

Voorbeeld: Geef 2 argumenten waarom meisjes doorgaans geen beter leven hadden dan jongens in de middeleeuwen.

Beter: Geef 2 argumenten waarom jongens doorgaans een beter leven hadden dan meisjes in de middeleeuwen. Of Geef 2 argumenten waarom meisjes doorgaans een slechter leven hadden dan jongens inde middeleeuwen.

  • Vermijd vage termen zoals altijd, nooit, vaak, een paar… Deze bieden stof voor discussie en leiden vaak tot onzekerheid bij de student. Zorg voor duidelijke en concrete termen die je verwachtingen illustreren.

Voorbeeld: Geef een paar argumenten waarom jongens altijd een beter leven hadden dan meisjes in de middeleeuwen.

Beter: Geef 2 argumenten waarom jongens doorgaans een beter leven hadden dan meisjes in de middeleeuwen.

  • Wordt de meest directe instructie gebruikt? (geef, beschrijf, som op, verklaar, teken, bereken, …)

Voorbeeld: Kan je 2 argumenten geven waarom jongens doorgaans een beter leven hadden dan meisjes in de middeleeuwen?

Beter: Geef 2 argumenten waarom jongens doorgaans een beter leven hadden dan meisjes in de middeleeuwen.

Naast het onnodig gebruik van een complexere zinsconstructie is een bijkomend en groter probleem dat het voldoende is om bij de eerste formulering ja of nee te antwoorden om juist te antwoorden.

  • Hieronder nog zo’n vraag die niet fout kan beantwoord worden:

Voorbeeld: Als jij in de middeleeuwen geboren was, zou jij dan een jongen of een meisje willen zijn?

  • Is alles voluit geschreven?
  • Geef restricties rond het verwachte antwoord. Geef via je lay-out of in de vraagstelling aan wat je verwachtingen zijn over de uitgebreidheid van het antwoord.

Voorbeeld: Hoe verschilde het leven van jongens i.v.m. dat van meisjes in de middeleeuwen?

Beter: Geef 3 verschilpunten tussen het leven van jongens en dat van meisjes in de middeleeuwen.

  • Zijn informatie en vraagstelling duidelijk gescheiden?
  • Beperk je tot de essentie. Contextinformatie die er weinig toe doet vraagt veel leeswerk van de studenten en leidt hen dus af.

Voorbeeld: De laatste koning van Rome, Tarquinius Superbus (= hoogmoedige), kon alleen door een heerschappij van de angst aan de macht blijven. Om de angstgevoelens zoveel mogelijk aan te wakkeren, oefende hij de rechtspraak uit zonder anderen daarbij te betrekken. Hij verminderde het aantal senatoren. Hij schafte de regel af dat de koning raad moest geven aan de senaat. De algemene haat tegen Tarquinius Superbus bereikte een hoogtepunt toen zijn zoon Sextus als gevolg van een uit de hand gelopen braspartij het vrome meisje Lucretia verkrachtte, de vrouw van zijn neef Collatinus. Wat is de naam van deze staatsvorm waarbij de koning ook willekeurig en eigenmachtig kon beslissen over oorlog en vrede en over het sluiten en opzeggen van verdragen en bondgenootschappen? Het volk en de senaat hadden daarin niets te zeggen.

Beter: De laatste koning van Rome, Tarquinius Superbus, bleef aan de macht door een heerschappij van angst. Zo oefende hij de rechtspraak uit zonder anderen daarbij te betrekken. Hij verminderde ook het aantal senatoren en schafte de regel af dat de koning raad moest geven aan de senaat. Willekeurig en eigenmachtig besliste hij over oorlog en vrede en over het sluiten en opzeggen van verdragen en bondgenootschappen.

Wat is de naam van deze staatsvorm?

  • Stel onafhankelijke vragen op. Wees er zeker van dat het antwoord op één van je vragen niet af te leiden is uit één van je andere vragen.

Voorbeeld: Wat is de naam van de laatste koning van Rome? 

  • Vermijd vragen die op een dubbelzinnige manier geïnterpreteerd kunnen worden en die dus zouden leiden tot diverse ‘juiste’ antwoorden.

Voorbeeld: De hoeveelste koning van België was koning Albert?

Beter: De hoeveelste koning van België was koning Albert I?

  • Stel enkelvoudige vragen. Splits samengestelde vragen op in éénduidige vragen. Samengestelde vragen bemoeilijken de leesmoeilijkheid en verhogen de onzekerheid bij studenten.

Voorbeeld: De hele 19de eeuw is één groot verzet geweest tegen de ‘geest van Wenen’. Deze oppositie was echter geen eenheidsfront. Men kan verschillende hoofdstromingen in dit verzet onderscheiden. Beschrijf de stromingen, de maatschappelijke groepen die erachter stonden en de doelstellingen die ze nastreefden. Geef een voorbeeld van een concrete succesvolle realisatie voor elk van deze stromingen.

Beter: De hele 19de eeuw is één groot verzet geweest tegen de ‘geest van Wenen’. Deze oppositie was echter geen eenheidsfront. Men kan verschillende hoofdstromingen in dit verzet onderscheiden.

    • Welke stromingen?
    • Welke maatschappelijke groepen stonden hierachter?
    • Welke doelstellingen streefden ze na?
    • Geef een voorbeeld van een concrete succesvolle realisatie voor elk van deze stromingen.
  • Met invulvragen dien je extra op te letten, omdat
    • Soms erg onduidelijk is bij sommige open ruimtes wat in te vullen, bijvoorbeeld doordat er te veel sleutelwoorden weggelaten worden.
    • Juiste antwoorden soms weggegeven worden door de lengte van het invulvak of door grammaticale aanduidingen.

Voorbeeld: De schrijvers van het Communistisch Manifest waren …………………………………. en ………………………………………..

Beter: Het Communistisch Manifest werd geschreven door…

  • Is gebruikt beeldmateriaal van goede kwaliteit?
  • Geef je voor elke vraag aan op hoeveel punten ze staat?

Meer weten

Teelen Kennismanagement (2011). Toetsontwikkeling in de praktijk. Hoe maak ik goede vragen en toetsen? Wilp: Teelen B.V.

Checklijst mondelinge en schriftelijke examens, Isabel Uitdebroeck & Sofie Boone

Meer info over het opstellen van een schriftelijk examen.