Intensieve schrijfbegeleiding bij eerstejaars

Wat is het?

Intensieve schrijfbegeleiding bij een inhoudelijke schrijfopdracht leert studenten een complexe opdracht tot een goed einde brengen in stappen. De begeleiding bestaat uit diverse fasen en zet verschillende instrumenten in. Bijvoorbeeld: een paper over een actuele problematiek in Journalistiek, een reflectieverslag in Sociaal Werk, een observatieverslag in Toegepaste Psychologie, een rapport in Toegepaste Informatica… Je kunt een gelijkaardig traject inzetten om studenten te leren spreken voor publiek.

Waarom belangrijk?

Intensieve schrijfbegeleiding helpt studenten de diverse stappen in een complexe schrijfopdracht kennen en betere schrijfproducten af te leveren die relevant zijn voor hun opleiding (tot en met de bachelorproef).

Tip: Deze methodiek heeft meer effect wanneer je dit met meerdere lectoren systematisch toepast. Studenten maken de transfer makkelijker als lectoren dezelfde instrumenten en criteria inzetten bij een volgende gelijkaardige opdracht. Voor meer info over taalbeleid, contacteer Ilse Mestdagh

Hoe doe je dit?

Vertrek vanuit een bestaande schrijfopdracht in de opleiding (werk niet met een extra verzonnen opdracht in functie van taal) zodat de student het nut van de opdracht ziet én het belang van taal hierin. In deze tip werken we met een paper als voorbeeld.

We onderscheiden drie fasen in de begeleiding:

Fase 1: Vóór de schrijfondersteuning

De betrokken lector(en) werk(en) de opdrachtomschrijving tot in detail uit. Zij maken daarbij gebruik van het document Richtlijnen voor richtlijnen. Meer info op de blogtip “Heldere opdrachtomschrijving”

Fase 2 – Tijdens de schrijfondersteuning

De studenten krijgen een aantal voorbeelden van eindproducten op studentniveau (bijvoorbeeld papers van studenten van het jaar ervoor) zodat ze zien hoe die eruitzien. Ze krijgen de opdracht om die te analyseren volgens gerichte vragen:

Welke aspecten zorgen ervoor dat je deze werkstukken een paper kunt noemen?

Welke aspecten vind je goed aan deze papers?

Welke aspecten vind je zwak aan deze papers?

Bespreek de voorbereiding van de studenten tijdens een lesuur en je maakt op die manier samen met hen een checklist. Je hebt die zelf al voorbereid, maar je geeft je studenten de indruk dat ze die zelf hebben samengesteld. Op die manier worden de criteria voor je studenten transparant en weten ze waar ze heen moeten.

Daarna bouw je verschillende stappen in waar je kort input bij geeft (met je checklist) maar de student ook meteen aan de slag zet onder begeleiding:

  1. kiezen van een thema en deelthema’s (centrale vraag en deelvragen)
  2. globale structuur uitwerken voor een paper
  3. detailstructuur per paragraaf uitwerken voor een paper
  4. uitschrijven van een paper
  5. reviseren van een paper

Bij elke stap voorzie je feedback, al dan niet onder de vorm van peerfeedback; bij elke stap maak je gebruik van de opdrachtomschrijving, de voorbeeldpapers, de checklist om die (peer)feedback goed te doorlopen. Je leert je studenten om een goede peer te zijn als je peerfeedback inzet met een lijstje tips voor peerfeedback (zie peerfeedback ).

Fase 3: Na de schrijfondersteuning

Nu je studenten zelf een paper kunnen reviseren, laat je hen een voorlopige eindversie van een medestudent grondig nalezen. Pas dan dient elke student een eindversie in.

Bijlagen/verwijzingen: de voorbeelden komen uit de opleiding Journalistiek (sem 2)

  • Richtlijnen voor richtlijnen
  • Mogelijke semesterplanning van schrijfbegeleiding
  • Voorbeeldpapers
  • Voorbeeld van een checklist met criteria
  • Tips voor peerfeedback voor studenten

Meer weten?

Neem contact op met Ilse Mestdagh

Bronnen

Mestdagh, I., & Vermeulen, B. (2015). Taal en inhoud zijn één: Hoe werk je concreet aan schrijfvaardigheid met je studenten? In A. Mottart, & S. Vanhooren (Red.), 29ste HSN-conferentie Onderwijs Nederlands. Gent: Academia Press.

Mestdagh, I., & Vermeulen, B. (2017-2018). Nieuws en Duiding 2. Research; Actuele geschiedenis. Kortrijk.

Peeters, E. & T. Van Houtven (2013). Schrijfvaardigheid in het hoger onderwijs. Praktische handleiding voor krachtig schrijfvaardigheidsonderwijs in de instroomfase. Leuven: Acco.