Header Image - TEACHER LAB

Portfolium: dé tool om een portfolio vorm te geven

Portfolium: wat?

Sinds november 2020 is een nieuwe tool gekoppeld aan Canvas namelijk Portfolium. Aan de hand van deze tool kunnen studenten hun opdrachten en werken centraliseren, en later ook gaan presenteren aan toekomstige werkgevers of stageplaatsen.

Mogelijkheden

Enkele mogelijkheden van de tool staan hieronder opgelijst.

  • De tool is geïntegreerd in Canvas. Opdrachten en taken vanuit Canvas kunnen dus rechtstreeks in het portfolio worden toegevoegd.
  • Een pluspunt is dat een student ook na afstuderen een beroep kan doen op zijn portfolio via export of permanente toegankelijkheid. Het portfolio is gekoppeld aan de leeromgeving, maar staat daar ook los van en blijft beschikbaar.
  • Een student kan aan externen toegang verlenen tot zijn portfolio (of een deel daarvan).
  • Een student kan zijn portfolio linken aan andere professionele netwerken bv. LinkedIn.
  • Portfolium laat toe om een diversiteit aan opdrachten bv. documenten, audio-visuele werkstukken, fotoreportages mooi weer te geven én om een combinatie van werkstukken in één opdracht te integreren.

Hoe een portfolio-profiel aanmaken?

Hieronder wordt geschetst hoe je een profiel kan aanmaken op Portfolium, taken kan uploaden en hoe je jouw profiel aan Canvas kan linken.

Stap 1: ga naar Leho – instellingen – folio en klik op jouw naam. Nu word je doorverwezen naar de tool.

Stap 2: Voeg eventuele opdrachten/ taken toe. Klik op ‘add new project’ om eender welke taak toe te voegen. Aan de taak kunnen ook tags, een beschrijving of categorieën worden toegevoegd.

Stap 3: Connecteer je profiel aan Canvas. Ga naar ‘me’ – ‘settings’. Klik op ‘import data’. Nu kan je jouw profiel verbinden aan Canvas. Wanneer je doorklikt, kan je kiezen welke taken je vanuit Leho uploadt op jouw profiel.

Wordt vervolgd…

Momenteel experimenteert de werkgroep ‘portfolio’ met de mogelijkheden van de tool. Binnenkort zal een leerpad met tutorials gelanceerd worden zodat jullie de mogelijkheden en eventuele beperkingen van de tool op een gestructureerde manier kunnen ontdekken. Maar niets houdt jullie tegen om zelf op ontdekking te gaan!

Andere relevante tips

Een leer-, evaluatie- of showcase instrument: Driemaal portfolio!

Gebruikerstips Wooclap

NIEUW: “Gebruikerstip 4: Samenwerken aan een event” is achteraf nog toegevoegd. Het is een nieuwe verbeterde functie als aanvulling op het reeds bestaande “event delen” dat werd toegelicht in tip 3.

Eerder publiceerden we deze blogpost waarin we jullie aan de hand van enkele concrete tutorials lieten kennismaken met Wooclap. Wooclap is een online stemtool om jouw lessen of events interactiever te maken. Bekijk zeker deze eerdere blogpost eerst indien je Wooclap nog niet zou kennen.

Hieronder volgen drie concrete gebruikerstips om je Wooclap-ervaring nog verder te verbeteren.

1: Antwoorden met afbeeldingen

Soms kan het nuttiger/efficiënter zijn om studenten te laten antwoorden met een afbeelding. Denk maar aan een foto die ze nemen van hun schets, wiskundige bewerking, brainstorm… Of het kan een leuke afwisseling zijn om de studenten op een andere manier te laten antwoorden. Bvb. geef een voorbeeld van een stereotype, geef een voorbeeld van een participatiedrempel…

Via de vraagtypes ‘open vraag’ en ‘woordwolk’ kan je via de instellingen van de vraag beelden toelaten.

De studenten krijgen vervolgens de optie om niet enkel een antwoord te typen, maar ook om een foto te verzenden door op het fototoestelletje te klikken. Wanneer ze dit op een pc doen, openen hun bestanden. Ze dienen dus eerst de foto in hun bestanden te hebben opgeslagen. Wanneer ze dit op hun smartphone doen, kunnen ze er ook voor kiezen om rechtstreeks een foto te maken. Afhankelijk van het doel van je vraag, is aan te raden om studenten met hun smartphone te laten werken.

2: Vergelijk de resultaten in real time

Vergelijken binnen één event

Soms is het interessant om een zelfde vraag die je aan het begin van je les stelde te herhalen aan het einde van je les en de resultaten met elkaar te vergelijken. Dit kan met volgende vraagtypes: Multiple choice, open vraag/woordenwolk met correct antwoord, vind een nummer en beoordeling.

Hiervoor doorloop je volgende stappen:

1: Dupliceer de vraag die je wilt vergelijken. Op deze manier zijn de vragen gekoppeld aan elkaar.

2: Als je in presentatiemodus bij de tweede vraag (gedupliceerde vraag) aankomt zal er een extra knop verschijnen: “vergelijking”. Klik hier op om de vergelijking met de vorige vraag te maken.

Vergelijken tussen twee events

Misschien vind je het wel interessant om twee events in real time met elkaar te vergelijken. Bijvoorbeeld twee verschillende klasgroepen of de resultaten van de studenten van dit jaar te vergelijken met deze van vorig jaar. Het extra competitie-elementje dat je zo toevoegt, kan voor extra betrokkenheid bij je studenten zorgen.

(noot: Weet dat je competitie binnen een event ook eenvoudig kan toevoegen, door de wedstrijdmodus in te schakelen (zie tutorial 1 in vorige blogpost))

1: Klik op de drie bolletjes naast een event en klik op ‘vergelijken’. Je event wordt vervolgens gedupliceerd en gekoppeld aan het origineel.

2: Wanneer je de resultaten in real time toont in het gedupliceerde event zal je de extra knop ‘vergelijking’ zien. Door hierop te klikken, vergelijk je de resultaten van beide sessies.

3: Een event delen met een collega

Wil je een event delen met een collega, dan ga je naar de ‘eventinstellingen’.

Zet vervolgens de schakelaar aan bij “Deel dit evenement…”. De code die je moet delen met je collega staat daar afgebeeld.

Je collega kan vervolgens je event importeren door in zijn eigen Wooclap te klikken op ‘importeer evenement’. Hij of zij geeft de code in die je eerder gaf.

Enkele aandachtspunten hierbij zijn:

1: De code is dezelfde als de deelnamecode. Studenten zouden hier eventueel misbruik van kunnen maken door zelf aanpassingen door te voeren in jouw event. Om dit vermijden, schakel je best de optie “Deel dit evenement…” enkel in op het moment dat je collega het importeert. Nadien schakel je de optie weer uit.

2: Spreek goed af met je collega wat hij of zij met jouw event mag doen. Mag hij/zij resultaten resetten, resultaten laten aanvullen met de resultaten van zijn/haar studenten? Of is het de bedoeling dat hij jouw event dupliceert en verder gaat in zijn eigen event? Heb je schrik om je resultaten te verliezen, dan kan het een goed idee zijn om zelf enkel een duplicaat van je event te delen en niet het origineel.

4: Samenwerken aan een event

= NIEUWE FUNCTIE sinds oktober 2021!

Bovenstaande tip om een event te delen met een collega was eerder omslachtig en hield enkele risico’s in. Ondertussen is er een nieuwe functie bijgekomen waarmee je eenvoudig met een collega kan werken aan éénzelfde event.

Je gaat eveneens naar de instellingen van je event en klikt op meer instellingen. Er is nu een nieuw veld bijgekomen, met name “Medewerker”. Door te klikken op “Medewerker toevoegen” en vervolgens het mailadres in te vullen, kun je voortaan eenvoudig samenwerken aan hetzelfde event.

Heb je zelf een interessante gebruikerstip die je wenst te delen?

Neem contact op met elke.ruys@howest.be

Bronnen

  • Eigen ervaringen met Wooclap.
  • Uitwisseling van Wooclap-ervaringen met Dieter Cortvriendt (Arteveldehogeschool Gent) en Jan Velghe (UGent).

Andere relevante blogposts

Wooclap, een veelzijdige online stemtool voor live sessies

Online brainstorm met Miro

Ook wanneer we online lesgeven willen we de interactie met onze studenten optimaal laten verlopen. Een goede brainstorm met de studenten lijkt online echter moeilijk te organiseren. LIJKT, want mits het gebruik van een goede tool is ook dit goed haalbaar. Ook voor online overleggen met collega’s kan dit zeer nuttig zijn. In deze blogpost laten we je kennismaken met Miro.

Waarom Miro?

Miro is een online whiteboard voor samenwerking. Uiteraard is het niet de enige tool in zijn soort. Andere zeer gekende tools zijn bijvoorbeeld Mural, Microsoft Whiteboard en Padlet. Deze blogpost wil geen uitgebreide vergelijking maken tussen deze vier tools. We focussen meteen op Miro om volgende redenen: (1) de tool heeft veel mogelijkheden om diverse soorten brainstorms te organiseren, (2) de tool is volledig gratis voor onderwijsinstellingen en (3) de tool is het meest gekend bij de auteur van deze blogpost ;).

Wil je toch graag meer weten over het verschil met andere brainstorm boards? Dan zetten volgende linken jou zeker op weg:

Wat kan je doen met Miro?

Zelf heb ik de tool leren kennen via de Howest Strategiedag van februari 2021. Miro werd er ingezet om in kleine groepen ideeën samen te brengen, te selecteren en te komen tot gemeenschappelijke conclusies. De tool heeft heel wat mogelijkheden. Je kan werken met online post-its, mindmaps, mensen laten stemmen op ideeën, SWOT-analyses… Je krijgt een oneindig canvas dat je zelf en met anderen vorm kan geven. Je hoeft hierbij niet van 0 te beginnen, maar kan gebruik maken van één van de vele kant en klare sjablonen (de templates). Miro kan je ook integreren binnen je Teams-omgeving.

Voorbeeld van een Miro mindmap:

10 gratis whiteboard-tools voor online vergaderen & brainstormen -  Frankwatching
Bekkema, S. (2020). [Miro mindmap]. https://www.frankwatching.com/archive/2020/04/01/whiteboard-tools-gratis-online-brainstorm/

Hoe werkt het?

Eén nadeel wel: door de vele mogelijkheden is het ook iets minder intuïtief in gebruik. Vooraleer hiermee aan de slag te gaan, bekijk je best enkele tutorials en experimenteer je er zelf even mee. Hierdoor zal je minstens het basisgebruik van Miro snel onder de knie hebben. De tutorial “Getting started with Miro” zet je op weg.

Nog een kleine extra tip: Vind je het storend om steeds de bewegende cursors van de andere deelnemers te zien? Dit schakel je eenvoudig uit door te klikken op het pijltje links van je initialen in de rechter bovenhoek.

Hoe een gratis account aanmaken?

Om gratis van alle opties van deze tool gebruik te kunnen maken dien je je te registreren voor een education account. Dit kan via deze link.

Bronnen

Andere relevante blogposts

Maak een mindmap.

Flashcards

by elke.ruys@howest.be

Ondersteun memorisatie bij je studenten

Wat is het?

Hoeveel nadruk we ook leggen op inzicht en toepassing, ook in het hoger onderwijs is het memoriseren van concrete leerinhouden noodzakelijk. Denk maar aan het onthouden van historische data, medische termen, Engelse woordenschat, vakterminologie… Het memoriseren van dergelijke inhouden is vaak uitdagend.

Om dit proces te vergemakkelijken, zijn allerlei technieken mogelijk. Het gebruik van Flashcards of Flipkaarten is daar één van. Misschien komen er nu wel herinneringen terug aan je eigen tijd in het eerste leerjaar, waar je aan de hand van eenvoudige flipkaartjes in een doosje je eerste woordjes leerde lezen?

Naast dergelijke papieren versies zijn er ook allerlei apps waarmee je flashcards kan ontwikkelen. Deze bieden vaak nog wat extra functies om het leren te ondersteunen in vergelijking met de papieren versies.

Hoe doen?

Er bestaan diverse kwalitatieve apps. Voor een overzicht kan je bijvoorbeeld terecht op deze blog. Verschillende van deze apps zijn echter niet volledig gratis en ook niet alle apps maken gebruik van de functie “Spaced Repetition”. Eén app die hier wel aan voldoet is ANKI. De lay-out is helaas niet zo aantrekkelijk, maar de app is zeer krachtig voor het ondersteunen van memorisatie.

Na het downloaden, kan je onderstaande tutorial raadplegen om meer te weten te komen over het gebruik. De tutorial is vrij uitgebreid en geeft vanaf minuut 6 ook enkele meer gevorderde tips. Er zijn ondertussen ook enkele kleine updates, maar het principe blijft hetzelfde.

Waarom belangrijk?

Zoals hierboven vermeld maakt Anki gebruik van het principe Spaced Repetition. Deze leerstrategie verwijst naar het belang van regelmatige herhaling om kennis in het langetermijngeheugen op te slaan. Niet enkel de herhaling an sich is belangrijk, ook de timing van de herhaling beïnvloedt de leerresultaten. Wie opnieuw getriggerd wordt om te herhalen enkele dagen nadat de les gegeven werd, vergeet immers trager. Eigenlijk moeten we dus eerst een stukje vergeten om het herhalingseffect optimaal te laten renderen. Deze principes kwamen reeds aan bod in een eerdere blogpost en werden eveneens toegelicht door key-note Tim Surma op de interne studiedag van januari 2021.

Bronnen

Deze blogpost is gebaseerd op een tip van lector Kurt Seys van de bachelor Toegepaste informatica.

Surma, T. (2021, 5 januari). Wijze lessen: Bouwstenen voor effectieve digitale didactiek. https://studenthowest.sharepoint.com/sites/staff/OND/Onderwijsprofessionalisering/Interne%20studiedag%20%20januari%202021/Inleiding%20en%20key-note.mp4

Andere relevante blogposts

Tips and trics om “spaced learning” te ondersteunen bij studenten

3, 2, 1, Differentiëren!

1) Differentiëren, hoe begin ik er nu eigenlijk aan?

Voor je start met differentiëren, breng je best de competenties van de studentengroep waaraan je lesgeeft, ofwel de beginsituatie, in kaart.

Ten eerste zijn de onderwijskenmerken een cruciaal onderdeel van de beginsituatie.

Denk hierbij aan jouw eigen persoonlijkheid als lesgever: welk type lesgever ben je of wil je zijn? Wat zijn/waren jouw eigen leervoorkeuren? Met welke motivatie sta je voor de klas en wat zijn de hogere doelen die je wenst te bereiken met jouw studenten?

Onderwijskenmerken gaan ook breder: welke lokalen en didactisch materiaal heb je ter beschikking, welk leerklimaat en welke visie heerst er binnen de opleiding en de onderwijsinstelling waarin je werkt?

Neem even de tijd om deze vragen voor jezelf te beantwoorden.

Daarnaast breng je, vooraleer je gaat differentiëren, best de kenmerken van de studentengroep waaraan je lesgeeft, ofwel de beginsituatie, in kaart. Dit doe je niet enkel bij de start van jouw OLOD, maar best bij het begin van elke les.

Volgens Struyven et al. (2015) zijn er vier studentenkenmerken die relevant zijn binnen de leercontext van studenten: (1) competenties, (2) interesses, (3) leervoorkeuren en leertempo en (4) achtergrondkenmerken. Voor meer informatie, zie de tabel hieronder. Inzicht in deze aspecten geeft jou een indicatie waar je moet beginnen, en kan studenten inzicht geven waar ze zich bevinden en waar ze naartoe moeten.

Competenties Interesses
Cognitieve: vaardigheden om intelligentie optimaal te benutten (info opslaan, verwerken, verbinden, problemen oplossen)

Metacognitieve
: kennis over het eigen leren

Sociaal-affectieve: de motivatie, het omgaan met anderen, omgaan met gevoelens

(Psycho-)motorische
: fysieke vaardigheden, zowel grove als fijne motoriek
Interesses, passies, huidige trends die leven bij de studentengroep waaraan je lesgeeft.
Leervoorkeuren en leertempo Achtergrondkenmerken
De manier waarop studenten graag en/of goed leren (’s ochtends of ’s avonds, alleen of samen, op papier of digitaal, al doende of al luisterend, visuele schema’s of samenvattingen in woorden, van detail > overzicht of van overzicht > detail, enz.)

Leertempo: snelheid waarmee wordt geleerd
Grootste kracht = variatie in didactische aanpak.
Waar je d.m.v. onderwijs niets of weinig kunt aan veranderen (bv. afkomst, cultuur, thuistaal, socio-economische achtergrond).

Let wel: wanneer je als lector differentieert, speel je niet altijd in op één bepaalde categorie van studentenkenmerken, maar dikwijls op verschillende differentiatievragen tegelijk.

Maar niet enkel de individuele beginsituatie van een student maar ook de samenstelling van de klasgroep is hierbij belangrijk. Je moet weten hoe groot de verschillen tussen de studenten zijn om je didactiek daarop af te stemmen. Ga ook na welk affectief klimaat er heerst in de studentengroep: een positief leefklimaat bevordert het leren.

Wat is differentiatie?

Onze studentenpopulatie kent een grote diversiteit: studenten verschillen van elkaar in interesses, talenten, voorkennis, culturele achtergrond, denkvaardigheden, zelfredzaamheid, sociale omgang, affectieve vaardigheden, enz. Dat maakt het leerproces uniek voor elke student, maar maakt het voor jou als lector soms een pittige uitdaging om les te geven.

Volgens het model van Struyven et al. (2019) onderscheiden we volgende soorten differentiatie:

  • Externe differentiatie: differentiatie op het niveau van de onderwijsinstelling en/of opleiding(en). Hierbij komt extra onderwijskundige en praktische organisatie bij kijken (bv. aangepaste roostering, aangepaste begeleiding en evaluatie, begeleidingsdocumenten, etc.). Dergelijke vormen van differentiatie worden dus best ruim op voorhand voorbereid, in samenspraak met de opleidingsdirecteur en de dienst onderwijs. Bv. een honoursprogramma waarbij een project in samenwerking met het werkveld een of meerdere OLODs vervangt (bv. honoursprogramma in Hangar K met de opleidingen Devine, IPO en DAE).
  • Interne differentiatie: differentiatie op lesniveau door als lector proactief in te spelen op verschillen tussen studenten.
    • Inhoud: in de doelstellingen;
    • Proces: binnen de aspecten van een krachtige leeromgeving: de leerinhouden, didactische werkvormen, media/onderwijsleermiddelen, groeperingsvormen en/of opvoedingsrelatie;
    • Product: op vlak van evaluatie.

Binnen deze drie aspecten kun je gaan differentiëren op vlak van niveau (verschillen in cognitieve vaardigheden: bv. intelligentie, metacognitieve vaardigheden, leervoorkeuren), tempo (verschillen in de snelheid van verwerving en/of verwerking van leerstof) en interesses.

Interne differentiatie is dus gerelateerd aan elk onderdeel van het didactisch model van De Corte (Standaert, 2012): de beginsituatie, doelstellingen, onderwijsleeromgeving (didactische werkvormen, opvoedingsrelatie, leerinhouden, media) en evaluatie.