Header Image - TEACHER LAB

Yes we can!

Wist je dat?

Het leren van studenten voor 50% wordt beïnvloed door factoren eigen aan de student (bv. motivatie, intelligentie…), 30% door acties van de lesgever en slechts 10% door medestudenten/vrienden?

Wij hebben dus wel degelijk impact, impact die een verschil kan maken.

Welk type mentor ben jij?

Een overzicht van 30 inspirerende quotes van fictieve lesgevers/mentoren, waarin herken jij je? Welk type mentor wil jij zijn voor je studenten?

30-Inspirational-Quotes-from-Fictional-Teachers-and-Mentors-Infographic

Of ben je eerder Wilmots?

Bron: https://visual.ly/community/infographic/education/30-inspirational-quotes-fictional-teachers-and-mentors

Laat studenten spelen in je les

Wat is het?

Game-based learning verwijst naar het integreren van spelelementen in je leeromgeving. Volgende elementen zijn kenmerkend voor een game en kunnen geïntegreerd worden in je leeromgeving.

– Een verhaallijn

– Personalisatie

– Erkenning en beloning

– Progressie doorheen diverse niveaus

– Uitdagingen

– Verzamelen van punten

– Zichtbare evolutie

– Kansen

– Continue feedback

– Competitie

Waarom belangrijk?

Game-based learning brengt een positief element in je leeromgeving, het zorgt voor een verfrissend element en verhoogt op deze manier de betrokkenheid en intrinsieke motivatie van studenten.

The-Gears-of-Gamification-in-Education-Infographic

Een leer-, evaluatie- of showcase instrument: Driemaal portfolio!

Wat is het?

Een portfolio is een door een student gemaakte doelgerichte verzameling van materiaal dat zijn inspanningen, vooruitgang en prestaties in een bepaald domein weergeeft (Clement & Laga, 2006). Met een portfolio levert de student informatie over de eigen competentieontwikkeling. Hij krijgt bovendien inzicht in het totale traject van leren, ontwikkelen en ervaringen opdoen met betrekking tot studeren en werken. Met een portfolio toont de student aan wat hij bereikt heeft en op welke manier hij dit heeft gedaan.

Er bestaan verschillende soorten portfolio’s: het ontwikkelingsportfolio, het beoordelingsportfolio en het presentatieportfolio.

  • Het ontwikkelingsportfolio: Bij dit portfolio brengt de student zijn ontwikkeling of groei in kaart door te reflecteren op wat hij in de opleiding of tijdens de stage heeft gedaan en hoe hij daarin gegroeid is. Het leerproces staat met andere woorden centraal. De student wordt zich in dit soort portfolio bewust van zijn leerproces, zijn vooruitgang en zijn manier van leren.
  • Het beoordelingsportfolio: Bij dit portfolio brengt de student ‘bewijs’ aan dat hij bepaalde competenties verworven heeft. De student wordt zich in dit soort portfolio bewust van wat hij geleerd heeft. De docent beoordeelt de producten van de student.
  • Het presentatieportfolio: Bij dit portfolio presenteert de student zichzelf door producten aan te leveren die aantonen dat hij bepaalde competenties beheerst. De student kan dit portfolio gebruiken om de producten waar hij trots op is, zichtbaar te maken.

Waarom belangrijk?

  • Een portfolio helpt studenten om zelf te leren. Het is een ‘tool for learning’. De student is zelf verantwoordelijk voor de invulling ervan en reflecteert op het geleverde werk. Studenten kunnen ervoor kiezen om het portfolio creatief vorm te geven en dienen hiertoe zelf initiatief te nemen. De student neemt het leer- en ontwikkelingsproces met andere woorden in eigen handen in het kader van levenslang leren.
  • Een portfolio biedt gedetailleerde informatie over het leerproces en de prestaties van een student. Dit zorgt ervoor dat iedere student individuele aandacht krijgt en feedback ontvangt omtrent zijn leerproces.
  • Een portfolio biedt studenten inzicht in hun sterke en zwakke kanten. De student brengt het eigen persoonlijk zijn en functioneren en de impact hiervan op het leergebeuren in kaart. Door het opmaken van een portfolio krijgt de student inzicht in welke competenties hij nog verder dient te ontwikkelen. Hij kan hieruit nieuwe leerdoelen formuleren.
  • De student kan door middel van het portfolio aantonen wat hij bereikt heeft en hoe hij dat gedaan heeft. Hij illustreert zijn vooruitgang in een bepaald domein/competentie.

Hoe doen?

Een portfolio kan als evaluatie-instrument gebruikt worden, en dit zowel formatief als summatief. Afhankelijk van wat je als docent met de evaluatie wenst na te gaan, zullen studenten bepaalde documenten in hun portfolio moeten opnemen (het ‘beste’ werk versus documenten die de inspanningen van de studenten aantonen).

Een portfolio is vooral geschikt om de (ontwikkeling van) competenties bij studenten te evalueren en niet om louter theoretische kennis te beoordelen. Door middel van een portfolio kan je als docent het individuele leerproces van studenten op de voet volgen. Je beoordeelt daarbij niet enkel ‘het beste werk’, maar ook de inzet, het proces en de evolutie van de student.

Wanneer het portfolio ingezet wordt als evaluatie-instrument is het van belang om duidelijke beoordelingscriteria op te stellen en deze met alle betrokkenen te bespreken.

Bronnen en meer weten?

http://www.arteveldehogeschool.be/studielicht/portfolio

https://www.kuleuven.be/onderwijs/steekkaarten/evaluatie/portfolio.pdf

http://www.bvdatabank.be/node/110

http://www.ond.vlaanderen.be/toetsenvoorscholen/toolkit_breed_evalueren/pdf/19.pdf

Clement, M. & Laga, E. (2006). Steekkaarten doceerpraktijk. Antwerpen: Garant.

Een schriftelijke kennistoets opstellen

Wat is het?

Een schriftelijke kennistoets is het klassieke examen waar kennis, inzicht en elementaire toepassing wordt bevraagd.

Waarom belangrijk?

Een schriftelijke kennistoets heeft een aantal voordelen. Uiteraard zal de geschiktheid van deze toetsvorm afhankelijk zijn van je doelstellingen.

Voordelen voor de student:

    • Studenten ervaren deze evaluatievorm meestal als minder stresserend dan mondelinge examens omdat ze meer tijd hebben om na te denken.
    • Studenten krijgen (meestal) meer examenvragen dan op een mondeling examen, zo wordt een groot deel van de cursus bevraagd, op die manier krijgen ze een representatief cijfer

Voordelen voor de docent:

    • Een schriftelijk examen afnemen is meestal minder tijdsintensief dan een mondeling examen afnemen. Het evalueren van de examenkopijen daarentegen is vaak tijdrovend.
    • Verbeterwerk kan over verschillende beoordelaars en in de tijd gespreid worden, op voorwaarde dat er een goed uitgewerkte verbetersleutel is.
    • Er is een schriftelijke neerslag, wat het beoordelen nadien eenvoudiger maakt: de papieren kopij kan – mits de nodige aantekeningen – ook gebruikt worden om de beoordeling te staven.

Hoe doen?

Bereid je studenten voor op het examen

Wat is het?

Studenten voorbereiden op het examenformat (de manier waarop je zal examineren) is cruciaal in functie van doorstroom.

Hoe doen?

Indien je werkt met multiple-choice vragen dan is het belangrijk dat je studenten goed uitlegt op welke manier je dit zal evalueren (werk je met gis-correctie of cesuur). Een korte duiding op het examen zelf is niet voldoende, besteed hier effectieve lestijd aan. Meer informatie over richtlijnen voor het gebruiken van giscorrectie versus cesuur vind je in de volgende tip.

Werk je met open vragen dan is het belangrijk dat je studenten informeert over het belang van structuur en taal als ze examenvragen beantwoorden. Volgende tips kan je meegeven aan studenten:

Activeer je studenten via effectieve vragen

Wat is het?

Om studenten te activeren en ze te stimuleren tot nadenken, kan je in je les extra aandacht besteden aan het stellen van effectieve vragen.

Waarom is het belangrijk?

Door effectief vragen te stellen aan studenten stimuleer je hen om kritisch over de gegeven leerinhouden na te denken. Bovendien zorg je ervoor dat ze betrokken worden bij het lesgebeuren en je les wordt interactief vormgegeven.

Bovendien krijg je als docent zicht op de voorkennis van de studenten (wat beheersen ze al?), maar het wordt ook duidelijk welke leerinhouden moeilijker zijn en waar dus nood is aan herhaling. Door vragen te stellen kan je als docent continu evalueren of de studenten de inhouden beheersen.

Hoe doen?

Het Expertisecentrum Hoger Onderwijs (2013) geeft enkele tips om vragen zo efficiënt en effectief mogelijk te gebruiken:

  1. Tijd om na te denken. Geef de studenten de kans om over de vraag na te denken. Hiertoe las je best een kleine ‘denkpauze’ in nadat je de vraag gesteld hebt. Daarnaast is het van belang om niet meteen een student aan te duiden om te antwoorden. Wacht hiermee tot na de denkpauze. Op die manier zorg je ervoor dat iedereen aangespoord wordt om na te denken.
  2. Wees éénduidig. Stel duidelijke en ondubbelzinnige vragen. Studenten moeten goed weten wat er gevraagd wordt. Toets ook af bij je studenten of iedereen de vraag goed begrepen heeft.
  3.  Richt je tot de groep. Probeer zoveel mogelijk studenten te activeren door iedereen bij de vragen te betrekken. Let goed op dat je niet blijft hangen bij die studenten die meewerken. Bevraag ook studenten die niet uit zichzelf reageren. Zo zorg je er immers voor dat iedereen nadenkt over de leerinhouden.
  4.  Wees een echo. In grote groepen is het noodzakelijk om de antwoorden van studenten te herhalen. In kleine groepen moet je dit juist niet doen, op deze manier stimuleer je de luisterhouding van studenten.

Wil je hiermee aan de slag?

Op deze blog hebben we een aantal werkvormen die vertrekken van vragen, bv. de zoemsessies, think-pair-share of stemmen.

Er zijn ook tools voorhanden om de vragen en de antwoorden digitaal te verzamelen, kijk voor meer informatie op de tip ‘online stemmen’.

 

Bron:

Clement, M. & Laga, E. (Eds.) (2006). Steekkaarten doceerpraktijk. Vragen stellen. Antwerpen: Garant.

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (2013). Vijftig onderwijstips. Antwerpen-Apeldoorn: Garant

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (2013). Het onderwijsleergesprek: goede vragen stellen en effectief omgaan met antwoorden. Geraadpleegd op 17 maart 2016 via https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/antwerp-school-of-education/deelentiteiten/expertisecentrum-hoger-onderwijs/didactische-tips/onderwijstips/archief-onderwijstips/het-onderwijsleerges