Header Image - TEACHER LAB

Betrouwbaar toetsen: antwoordmodel voor open vragen

Wat is het?

Een antwoordmodel ondersteunt lectoren in het betrouwbaar evalueren van studenten. In een antwoordmodel definieer je de kenmerken van een positieve evaluatie en geef je aan op welke manier je tot een eindscore komt. Een antwoordmodel wordt vaak ook een verbetersleutel, een rubric of een checklijst genoemd. Dit zijn allemaal voorbeelden van een antwoordmodel. In deze tip staan we stil bij antwoordmodellen voor open-vraag beoordelingen. Dit komt vaak voor in een kennistoets of casustoets.

Waarom belangrijk?

Een antwoordmodel vergroot de kans dat je tot eenzelfde beoordeling zou komen indien de beoordeling door een andere beoordelaar gebeurt of op een ander tijdstip. Een antwoordmodel is ook een ondersteuning wanneer je met meerdere lectoren moet beoordelen. Ook kan een antwoordmodel een belangrijke basis zijn voor de feedback die je geeft aan studenten.

Hoe doen?

Een antwoordmodel voor open vragen is vaak niet te herleiden tot ‘goed/fout’.

(1) Een antwoordmodel voor open vragen bestaat uit een oplijsting van volgende elementen:

– de essentiële aspecten die in het antwoord moeten zitten.

– de belangrijke aanvullingen

– welke informatie zinvol of relevant kan zijn.

(2) Een antwoordmodel specifieert ook hoe deze elementen gescoord zullen worden.

(3) Indien vragen voortvloeien uit elkaar, leg ook vast op welke manier je met doorreken- of redeneerfouten omgaat. Stel dat vraag 1 en 2 met elkaar verband houden: impliceert een ‘rekenfout’ op de eerste vraag automatisch een nul voor de tweede vraag of neem je die rekenfout mee in het beoordelen van de tweede vraag? Doorrekenfouten zijn vaak het geval bij casustoetsen waarbij één casus centraal staat voor een reeks aan (verband houdende) vragen.

(4) Eenvoudige tips om je betrouwbaarheid verder te verhogen tijdens het verbeteren.

– Verbeter de antwoorden per vraag i.p.v. per student.

– Laat jouw examens verbeteren door jouw parallel collega en vice versa.

 

Voorbeelden van antwoordsleutels

Voorbeeld 1 ‘Vraag met meerdere antwoorden’ (Context: Lerarenopleiding)

Schrijf een lessuggestie (lesverloop en lesinhoud) bij het volgende onderwerp voor het eerste leerjaar(Inhoud van de les: waarnemen van het weer): “Ik weet welk weer het is!” (4p)

Antwoordmodel:

Essentiële elementen 0/4 ¼ 2/4 ¾ 4/4
Lesverloop Geen lesstructuur Inleiding of slot ontbreekt Structuur werd toegepast Gestructureerd lesverloop Gestructureerd lesverloop
Aanbieden kinderen Eenmalige les Eenmalige les Regelmatig aanbod

Leerlingen nemen waar

Regelmatig aanbod

Leerlingen nemen waar

Leerlingen verwoorden correct.

Regelmatig aanbod

Leerlingen nemen waar

Leerlingen verwoorden correct

Leerlingen gebruiken symbolen.

Lesinhoud Geen correcte lesinhoud Correcte lesinhoud Correcte lesinhoud Correcte lesinhoud Correcte lesinhoud

 

Voorbeeld 2 (Context: management)

“De ‘country-club’ leiderschapsstijl is geïdentificeerd door Blake en Mouton. Geef aan de hand van een eigen voorbeeld aan wat dat impliceert (op 5 punten)”

Antwoordmodel:

Essentiële elementen: het voorbeeld illustreert dat het om een werknemersgerichte leiderschapsstijl gaat. (3 punten)

Belangrijke aanvullingen:

– via sociale relaties die de goede werksfeer ten goede komen (1punt)

Aanvullend (telkens 0.5 punten)

– creëren van aangename en stimulerende omstandigheden

– waardering, aanmoediging en beloning

 

Voorbeeld 3 (context: lerarenopleiding basisonderwijs)

“Tijdens een les over het landschap toon je volgende foto. Je leert hen aan de hand van deze foto de elementen van het landschap en het landschap te beschrijven. Welke vragen of opdrachten kan je geven aan kinderen uit de derde graad bij het gegeven beeld (maak gebruik van de geografische vierslag)? Noteer de vragen in een logische volgorde. (10p)”

landschap

Antwoordmodel:

1/5 2/5 3/5 4/5 5/5
Leerinhoud

 

 

Student heeft het zowel over reliëfelementen als landschapselementen in de vragen Student vraagt naar de verschillende landschapselementen in de vragen/opdrachten Student vraagt naar de verschillende landschapselementen en laat de elementen in twee groepen (natuurlijk en menselijke) indelen Student vraagt naar de verschillende landschapselementen en geeft vragen/opdrachten waaruit af te leiden valt dat er natuurlijke landschapselementen en menselijke landschapselementen aanwezig zijn in dit landschap. Uit de vraagstelling kunnen kinderen komen tot de vaststelling dat er meer menselijke dan natuurlijke elementen aanwezig zijn en dat dit dus een cultuurlandschap is. Student vraagt naar de verschillende landschapselementen en geeft vragen/opdrachten waaruit af te leiden valt dat er natuurlijke landschapselementen en menselijke landschapselementen aanwezig zijn in dit landschap. Uit de vraagstelling kunnen kinderen komen tot de vaststelling dat er meer menselijke dan natuurlijke elementen aanwezig zijn en dat dit dus een cultuurlandschap is.

Daarenboven worden er vragen/opdrachten genoteerd waarbij de kinderen tot de conclusie komen dat dit een ‘landelijk landschap’ is (met behulp van determinatietabel).

Opbouw vragen

 

Geografische vierslag:

1/ Waarnemen en beschrijven

2/ verklaren

3/ Herkennen en toepassen

4/ Waarderen

De student noteert algemene vragen van de geografische vierslag, zonder toepassing op de leerinhoud en niet in correcte volgorde De student noteert algemene vragen van de geografische vierslag, zonder toepassing op de leerinhoud en in correcte volgorde Student maakt gebruik van de geografische vierslag, ongeveer de helft van de vragen zijn hierbij toegepast op de leerinhoud, niet noodzakelijk in correcte volgorde Student maakt gebruik van de geografische vierslag, toegepast op de leerinhoud, maar niet in de correcte volgorde Student maakt gebruik van geografische vierslag in juiste volgorde en op een correcte manier, toegepast op de leerinhoud

 

Activeer je studenten tijdens hoorcolleges: Zoemsessies

Wat is het?

In een zoemsessie geef je studenten een vraag of opdracht die zij samen met hun buurman moeten bediscussiëren of beantwoorden.  Aan het geroezemoes dat in de klas ontstaat, dankt de werkvorm haar naam.

Waarom is het belangrijk?

Een zoemsessie is een manier om je college actief te maken. Via zoemsessies worden studenten uitgedaagd om ‘iets’ te doen met de inhoud zoals het stellen van waarom-vragen, het kritisch reflecteren op standpunten, het zoeken naar oplossingen voor gegeven problemen/opdrachten.