Header Image - TEACHER LAB

Activeer je studenten via stemmen

Wat?

Studenten laten stemmen is een mogelijke werkvorm om hen actief te betrekken bij de leerstof. Hierbij leg je  een uitdagende stelling, vraag of casus met enkele antwoordmogelijkheden voor aan je studenten.

Waarom?

Stemmingen kunnen op verschillende momenten worden ingezet met verschillende doelen.

  • Aan het begin van de les. Stemmingen aan het begin van de les kunnen ingezet worden om te peilen of studenten de materie van de voorgaande les al dan niet verwerkt hebben, om noodzakelijke voorkennis bij studenten te activeren, om te peilen in welke mate studenten zich hebben voorbereid op de les en om hen te activeren.
  • Tijdens de les. Stemmingen kunnen ingezet worden om discussie te ontlokken, om tussentijds te peilen naar de mate waarin studenten de materie begrijpen, om studenten concrete oefeningen te laten maken, om vraaggestuurd les te geven.
  • Na de les. Stemmingen op het einde kunnen ingezet worden om te peilen in welke mate de studenten de materie begrijpen.

Hoe?

Het organiseren van stemmingen is op zich eenvoudig en gebeurt vaak spontaan door handopsteking of kaartjes. Er zijn echter ook tools die digitaal stemmen mogelijk maken. Via digitaal stemmen kunnen studenten anoniem stemmen, krijg je als lector snel een overzicht van de antwoorden en kan je deze respons concreet gebruiken om feedback te geven.

Het succes van de stemming –digitaal of niet – is afhankelijk van je doelstelling en van de vraagstelling. Te eenvoudige vragen leiden bij iedereen tot hetzelfde antwoord waardoor er geen discussie is. Bij te complexe vragen kunnen studenten niet of niet doordacht stemmen wat de discussie bemoeilijkt. Je kan verschillende soorten vragen stellen, een kort overzicht:

  • Aanwezigheid. Online stemmen kan gebruikt worden om indirect de aanwezigheid te meten (bv. door te vragen: ‘Zijn jullie aanwezig vandaag?’). Deze aanpak is vooral gepast wanneer je in de les nog zal online stemmen. Op deze manier is deze openingsvraag een test voor jezelf en voor de studenten om te kijken of alles werkt.
  • Formatief evalueren. Online stemmingen zijn een krachtige tool om vlug een inzicht te krijgen in welke mate studenten ‘mee’ zijn met de materie. Als lector is het belangrijk dat je ruimte laat om de antwoorden te bespreken én de gemaakte fouten op te vangen. Dit betekent dat jouw lesplannen ‘on the spot’ wijzigen.
  • Flipped classroom. Online stemmingen kunnen gebruikt worden om de voorbereiding van studenten te verzamelen. Op deze manier zie je in welke mate studenten zich hebben voorbereid en je krijgt concrete input om je les op verder te bouwen.
  • Warm-up voor discussie. Online stemmingen kunnen gebruikt worden voor zoem-sessies.
  • Onderwijsleergesprek. Een onderwijsleergesprek is een specifieke werkvorm waarbij het lesverloop en de lesinhoud wordt bepaald door de studenten hun vragen. Studenten komen voorbereid naar de les en krijgen uitgebreid de mogelijkheid om hun vragen te stellen. Online stemmingen maken het mogelijk om deze vragen te verzamelen en hierop in te gaan. Je kan de vragen van studenten ook op voorhand verzamelen (via mail of discussieforum in de LeHo) en je les opbouwen aan de hand van deze vragen.

In deze video legt een lesgever in snel tempo uit op welke manieren hij ‘digitale stemmingen’ gebruikt in zijn lessen.

Tools voor digitaal stemmen

Er bestaan heel wat gemakkelijke tools aan de hand waarvan je online stemmingen kan organiseren tijdens je les. Het enige wat je nodig hebt is een internetverbinding en een laptop/tablet/smartphone.

Een aanrader is Socrative. Bekijk onderstaande tutorial en probeer het eens uit!

Meer weten?

Classroom Response Systems (“Clickers”) | Center for Teaching | Vanderbilt University. (z.d.). Geraadpleegd 13 januari 2020, van https://cft.vanderbilt.edu/guides-sub-pages/clickers/

 

Richtlijnen voor een heldere opdrachtomschrijving

Wat?

Opdat studenten een opdracht goed en volledig kunnen uitvoeren, is het belangrijk dat lectoren hun opdracht helder uitschrijven. Daartoe bestaat de checklist Richtlijnen voor richtlijnen, die aangeeft welke onderdelen een volledige opdrachtomschrijving heeft.

Waarom?

Transparantie en duidelijkheid zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat studenten de opdracht uitvoeren zoals je als lector hebt beoogd. Je vermijdt bovendien achterafvragen van studenten zoals Wat zijn de vereiste onderdelen van de opdracht? Hoe lang moet die opdracht zijn? Hoe evalueert de docent de opdracht? Waarom is de opdracht belangrijk in mijn opleiding? …

Hoe?

Hanteer de checklist “Richtlijnen voor richtlijnen” om je opdracht op te stellen, na te lezen of te laten nalezen. Een voorbeeld met duidelijke richtlijnen vinden jullie hier.

Tips

Zorg ervoor dat de volgende elementen opgenomen worden in de opdrachtinstructie:

  • de doelstellingen van de opdracht;
  • een te volgen methode of stappenplan;
  • de voorziene begeleiding;
  • de te verwachten feedbackprocedure;
  • de vormelijke aspecten van het eindproduct;
  • de deadline(s);
  • de evaluatiecriteria.

 Bron:

Peeters, E. & T. Van Houtven (2013). Schrijfvaardigheid in het hoger onderwijs. Praktische handleiding voor krachtig schrijfvaardigheidsonderwijs in de instroomfase. Leuven: Acco.

Verhoog de motivatie van studenten via verkennende beroepstaken

Wat is het?

Beroepstaken zijn complexe, realistische of reële opdrachten voor of in opdracht van het werkveld. Ze combineren verschillende leerdoelen.

Bijvoorbeeld: een publiceerbaar artikel over vluchtelingen in West-Vlaanderen voor de Krant van West-Vlaanderen, een maquette voor een nieuw gebouw, een verslag van een vergadering van een medisch team, …

Waarom belangrijk?

Verkennende beroepstaken zijn uitdagend! In een vroeg stadium maken studenten kennis met leertaken die direct gelinkt zijn aan het latere beroep. Doorheen hun leerproces (bv. een module of een jaar) leren ze deze beroepstaak stapsgewijs oplossen.

Hoe doen?

Confronteer de studenten in een eerste les met hun toekomstige beroep door hen een (complexe) beroepstaak te laten uitvoeren. Deel eventueel de taak op in deeltaken en ga in elke les in op één aspect van de taak.

Voorbeeld publiceerbaar artikel: De eerste les laat je hen research doen over het onderwerp en een voorbeeldtekst analyseren, de tweede les een werkschema maken (plan van aanpak), de derde les een tekstschema en tenslotte laat je hen de publiceerbare tekst voor eindredactie schrijven. Deze methodiek kan je adapteren aan andere beroepstaken.

Tips

Laat studenten zelf ontdekken welke competenties ze wel of niet beheersen en stimuleer zo hun leerbehoefte. Reik waar nodig oplossingen aan. Toon aan dat ze via de lessen in de verschillende modules geleidelijk aan zullen leren de beroepstaak zelfstandig uit te voeren (doelstellingen en leerdoelen van de module).

Doordat studenten begrijpen wat ze nog niet goed kunnen en wat zij dus nog moeten leren, wordt hun leerhouding geactiveerd (Hoe doe ik dat?). De taak is bovendien rechtstreeks gelinkt aan hun latere beroep. Dit alles motiveert.

Onderzoeksintegratie in je module: het stimuleren van een onderzoekende attitude bij je studenten.

by teachlabadmin

Wat is het?

Onderzoeksintegratie is niet beperkt tot de leerlijn ‘bachelorproef’. In iedere module kan je de onderzoekende houding bij studenten stimuleren door de manier waarop je werkvormen en je studiemateriaal geïnformeerd zijn vanuit onderzoek.

Waarom belangrijk?

Onderzoeksgeïnformeerd studiemateriaal heeft tot doel studenten te confronteren met up-to-date en kwaliteitsvol materiaal. Een onderzoekende houding bij de lector stimuleert bovendien het kritisch denken van studenten.

Hoe doen?

Een aantal tips om de onderzoekende houding bij studenten te stimuleren:

  • Refereer consequent en correct naar actueel, praktijkgericht en academisch onderzoek.
  • Baseer je lespraktijk op gepubliceerd onderzoek
  • Gebruik wetenschappelijke bronnen als inhoudelijke basis
  • Gebruik zelf onderzoek in je lespraktijk als illustratie, uitgangspunt of verklaring
  • Vertaal wetenschappelijke bevindingen naar de praktijk
  • Toon of demonstreer de bevindingen uit je expertisedomein en het verbonden werkveld

Wil je jouw eigen studiemateriaal screenen op de mate waarin het onderzoeksgeïnformeerd is en dus de onderzoekende attitude kan stimuleren bij studenten? Doe dan de volgende test

 

Meer weten?

Olaf Spittaels Onderzoeklespraktijk_2015.pptx

Spittaels, O. (2015). Onderzoek in de lespraktijk [PowerPoint slides].

Groepeer je studenten

by teachlabadmin

Wat is het?

Lectoren vragen zich vaak af wat de beste manier is om studenten in te delen bij groepswerk. Een eenduidig antwoord bestaat niet. Een optimale groepsindeling hangt af van het doel van de opdracht, de duurtijd, de grootte en duur van de opdracht en de beschikbare infrastructuur.

Hoe doen?

Studenten kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld in groepen. Een aantal opties:

  • De lector deelt de groepen random in. Dit kan vlug gebeuren (vb. op basis van alfabetische volgorde, zitplaats van student in klaslokaal …). De groepjes zullen echter niet altijd complementair zijn wat de competenties van de studenten betreft. Bekijk dus goed het doel en de aard van de opdracht om na te gaan of deze manier van indelen wenselijk is.
  • De lector maakt de groepsindeling op basis van criteria zoals vooropleiding, studieresultaten van de student, voorkeur van de student.
  • De studenten vormen zelf hun groep. Studenten werken graag samen met studenten die ze al kennen. Dit creëert van bij het begin een grotere samenhorigheid, wat kan leiden tot beter presteren en minder conflicten. Studenten zelf hun groep laten kiezen kan soms ook nadelig zijn voor het groepsproduct. Wanneer studenten elkaar te goed kennen, is het mogelijk dat ze niet voldoende kritisch zijn voor elkaars werk. Peer assessment waarbij het groepsproces in kaart gebracht wordt, kan hier een oplossing bieden.

De groepsgrootte varieert afhankelijk van het soort opdracht:

Voor het maken van projecten is een groepsgrootte van 4 tot 6 studenten ideaal. Grotere groepen hebben vaak het nadeel dat niet alle studenten actief participeren.

Eens een groep, altijd een groep?

Slecht functionerende groepen worden best niet ontbonden tijdens het groepsproces. Dit verstoort namelijk de groepsdynamiek in de andere groepen. Bovendien moet men leren omgaan met groepsconflicten die ook in de latere beroepspraktijk zullen plaatsvinden.        Het is aan te raden om bij groepswerk een feedback/en of beoordelingssysteem in te voeren om het groepsproces in kaart te brengen.

Meer weten en bron?

https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/antwerp-school-of-education/deelentiteiten/expertisecentrum-hoger-onderwijs/didactische-tips/onderwijstips/archief-onderwijstips/tip-22/

 

Organiseer je klas

Wat is het?

Een leslokaal waarin studenten in rijtjes voor je zitten nodigt niet uit om te experimenteren met activerende werkvormen waarbij interactie met inhoud of studenten centraal staat. Laat je hierdoor jouw onderwijskundige ambities tegenhouden? Neen, want er zijn namelijk een aantal opties.

Waarom belangrijk?

Activerende werkvormen zijn heel geschikt om competentiegericht op te leiden. Je biedt als docent mogelijkheden om actief en interactief met de materie om te gaan. Dit bevordert inzicht, toepassing en kritische denken.

Hoe doe je dit?

    • Zoemsessies. Laat studenten kort met hun buurman/vrouw overleggen. Hiermee kan je je aulalessen een twist geven.
    • Rijen ontoegankelijk verklaren. Als de aula meer zitplaatsen bevat dan je studentengroep, dan kan je rijen ‘niet toegankelijk’ verklaren. Zo kan je studenten bijvoorbeeld vragen om enkel op de even rijen plaats te nemen. Dat geeft je de mogelijkheid om tussen de studenten te bewegen om bv. vragen te beantwoorden.
    • Heel het lokaal gebruiken. Studenten hebben de neiging om achteraan samen te zitten, hierdoor blijft een deel van het lokaal ongebruikt. Door vooraf over de verdeling van de groepen na te denken en dit ook aan uw studenten te communiceren, kunt u heel het lokaal gebruiken.
    • Verleg je grenzen. Soms is het een optie om studenten over verschillende locaties te verspreiden bv. de gang, een studielandschap of de cafetaria. Dit betekent meer fysieke inspanning en minder controle maar in sommige gevallen is dit het enige alternatief om een andere werkvorm te gebruiken.De kans is reëel dat studenten zullen morren wanneer je hen vraagt om ergens anders te zitten. Na een tijdje zijn ze echter uw ‘alternatieve opstelling’ gewoon en vermindert deze weerstand.

Meer weten en bron?

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs. Universiteit Antwerpen.(z.d.) Archief Onderwijstips. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/instituut-onderwijs-informatie/dienstverlening/expertisecentrum-hoger-onderwijs/didactische-tips/onderwijstips/archief-onderwijstips/tip-4/

Maak een Mindmap

Wat is het?

Een Mindmap is letterlijk een kaart (Map) van gedachten (Mind). Het bestaat uit een ruimtelijk netwerk van sleutelwoorden, beelden en symbolen die opgebouwd zijn rond 1 centraal thema. De techniek is verrassend eenvoudig. Je start met het centrale onderwerp, dit is het onderwerp waarover je een netwerk wilt uitbouwen. Rond het ontwerp ga je dan centrale thema’s linken die hiermee in verband staan.

Waarom is het belangrijk?

Mindmaps kunnen voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Je kan bv. de ‘logica’ van een hoofdstuk in een mindmap visualiseren of je kan je les opbouwen aan de hand van een mindmap. Mindmaps hebben als voordeel dat relaties of linken gevisualiseerd worden. We zien als het ware de netwerken tussen losstaande delen. Dit ondersteunt kennisverwerving en kan zeker voor moeilijke topics een interessante tool zijn om het leren te ondersteunen.

Hoe doen?

Een mindmap kan je maken op een blad papier of op een bord. Je hebt ook digitale tools die je zelfs toelaten om met meerdere mensen een mindmap te maken. Een voorbeeld van een gratis en gebruiksvriendelijke tool: Padlet, heel gebruiksvriendelijk en gratis. Bovendien kan je Padlet perfect integreren in Leho, je kan het bijvoorbeeld als een opdracht insluiten. Onderstaande video toont je hoe:


De kunst zit hem in het maken van een heldere mindmap, een mindmap die in één opslag duidelijk is. Onderstaande tips kunnen je helpen bij het opstellen van een heldere mindmap.

  • Wees compact. Gebruik sleutelwoorden, beelden, symbolen. Deze dienen als trigger om achterliggende informatie uit het geheugen op te halen. Besteed voldoende tijd aan het verzinnen van goede sleutelwoorden.
  • Werk vanuit het midden van het bord/papier/scherm naar buiten toe. Leg je blad ook horizontaal, zo behoud je gemakkelijk het visuele overzicht.
  • Werk met kleuren. Geef hoofdtakken een duidelijk kleur, zo kan je ze makkelijk van elkaar onderscheiden.
  • Breng structuur. Gebruik verschillende lettertypes bv. hoofdletters voor hoofdtakken en kleine letters voor de uitwerkingen.
  • Duid verbanden tussen kernwoorden aan door middel van pijlen.

Bron: ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs. Universiteit Antwerpen.(z.d.) Archief Onderwijstips. Geraadpleegd op 3 mei 2015, van https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/instituut-onderwijs-informatie/dienstverlening/expertisecentrum-hoger-onderwijs/didactische-tips/onderwijstips/archief-onderwijstips/tip-8/

Andere relevante blogposts

Ook de tool Miro geeft uitgebreide opties om met studenten aan Mindmaps te werken. Lees er alles over in deze blogpost.

Leer je studenten schrijven

Wat is het?

Teksten schrijven is een cruciale competentie die in iedere opleiding belangrijk is. Studenten schrijven namelijk doorheen hun studie tal van teksten die ze nodig hebben voor studie en beroep.

Waarom belangrijk?

Een goed geschreven tekst is een belangrijke algemene competentie voor een bachelor-student en een hefboom naar een professionele carrière.

Hoe kan je dit doen?

  1. Een goede voorbeeldtekst. Selecteer een goed voorbeeld die van toepassing is. Werk indien mogelijk met teksten van studenten van het jaar voordien – de lat ligt dan op de “haalbare” hoogte voor je student.
  2. Laat studenten reflecteren. Geef studenten de voorbeeld tekst en laat hen de kenmerken detecteren. Maak samen een checklist en licht de theorie toe op basis van deze checklist. (Werk voor jezelf op voorhand ook een checklist uit op basis van de theorie, dit kan je helpen bij deze oefening).
  3. Zet studenten aan het werk met een heldere opdracht. Geef studenten de opdracht om zelf een tekst in het genre te schrijven. Zorg ervoor dat die opdracht duidelijk is door de checklist als leidraad te gebruiken.
  4. Faseer de aanpak. Maak studenten erop attent dat schrijven in fasen gebeurt (oriënteren, structureren, formuleren en redigeren)
  5. Schakel een leesbuddy in. Een student leest de tekst van een medestudent en toetst die aan de checklist. Het nalezen en feedback geven is ook een belangrijke leerervaring, op deze manier leren studenten de checklist beter kennen en gebruiken.
  6. Geef formatieve feedback. Ondersteun de schrijfontwikkeling van de student en geef formatieve feedback op een tussentijdse versie. Geef hierbij concrete tips om de tekst beter te maken.
  7. Evaluatie en quotering. Laat de student een definitieve versie schrijven en indienen.Wees flexibel met dit instrument, naargelang je eigen mogelijkheden, tijd en die van je studenten.

Activeer je studenten in het hoorcollege door think – pair -share

Wat is het?

Een werkvorm waarbij studenten worden uitgedaagd om een stuk inhoud te bevragen en te bediscussiëren met hun medestudenten en jezelf als lesgever.

Waarom is het belangrijk?

Vaak hoor je slechts een fractie van de studenten tijdens je lessen. Een timide student zal zich niet laten horen voor de volledige groep maar heeft vaak wel interessante inzichten of vragen om te delen met de groep. De werkvorm ‘think – pair – share’ is een manier om ook deze studenten aan het woord te laten zonder dat ze zich moeten richten tot de volledige groep.